Burn-out werk gerelateerd?!

WHO: burn-out geen ziekte maar werk gerelateerde uitputting

 

Je hebt het vast gelezen, het WHO erkent burn-out niet langer als een ziekte, een medische conditie, maar ziet het als werkgerelateerde uitputting. Kennelijk hebben ze daar mijn column ‘Vraagt een HR-manager‘ uit 2014 nog niet gelezen, dus hierbij toch nog maar een keer mijn visie.

Een burn-out is NOOIT werk-gerelateerd, tenzij:

  1. Je een slaaf bent  (geschiedenis was niet echt mijn vak, maar volgens mij is dat in elk geval in Nederland afgeschaft*)
  2. Je het allesbehalve getroffen hebt met je leidinggevende
  3. Je het verkeerde vak hebt gekozen

Wat die laatste betreft: stel je voor, deze ‘handige’ Harry zou een klusbedrijf beginnen… Ik garandeer je dat ik dan binnen 3 weken een burn-out heb! Doe mij maar ingewikkelde trauma’s, depressies, fobieën of een ‘simpele’ burn-out, daar draai ik mijn hand niet voor om. Maar technische klusjes?! Het zweet breekt me nu al uit…

En wat nummer 2. betreft: dat kan zeker! Er zijn nu eenmaal goede managers en… Voorbeelden en tips genoeg in mijn boek. Voor beide. Maar geen enkele weldenkende directie betaalt haar medewerkers om ziek te worden. Toch?!

 

Kies een baan die bij je past, dan hoef je nooit meer te werken! Confucius

 

 

 

 

 

 

*) En als je eenieder een welverdiend loon gunt, koop je natuurlijk zoveel mogelijk ‘fairtrade’ en zeker geen T-shirt voor een euro of drie dan wel een te goedkope Chinese bolide, dankzij Tibetaans en Oeigoers ‘vrijwilligerswerk’ ! Vrede en vrijheid voor iedereen!

 

 

Ben jij Blauw?

 

“Ben jij blauw?” vraagt een jonge collega me tijdens een bijeenkomst. “Eh nee, ik ben Harry, Harry Grob.” “Ja, nee, leuk, haha, ik bedoel dat systeem met die vier…” “Oh, kernkwadranten bedoel je?” onderbreek ik haar. “Eh, nee” met zoekende blik. “Disc dan?” “Nee”. “Mmm, SWOT of Transactionele Analyse?” “Eh nee, ook niet, ik bedoel…” “Oh, Human Design?” probeer ik tenslotte nog.

“Neehee, dat niéuwe systeem, Inzicht Ontdekking. Je weet wel, je vult een test in en dan weet je precies wie je bent. Je eigen ‘gebruiksaanwijzing’ zeg maar.” “Dat is lekker”, antwoord ik, “en daar komen ze nu mee?!” “Pardon?” “Dus ik ben al zo’n 50, 60 jaar voor niets op zoek naar mezelf? Ik had alleen maar even zo’n test hoeven in te vullen?!” Nou ja, zo simpel was het nou ook weer niet gaf ze schoorvoetend toe. Het was meer een hulpmiddel.

Hoe komt het toch dat er telkens ‘nieuwe’ methodes ontstaan, die vaak een hele schare aan volgers trekt? Waarom hebben we de behoefte om mensen in een vakje te stoppen en te etiketteren, of het nou zo’n ‘nieuw’ systeem is of een medische diagnose uit de GGZ?

 

 

 

Ik begrijp heel goed dat mijn ‘systeem’, het Grobbologisch Kromdenken (zie Goeroe Harry), bij mijn collega’s nooit een succes is geworden; het telt inmiddels ruim 7 miljard hokjes… Tja, als men dan toch zo graag in een hokje wil?! Nadelen te over aan mijn methode: je raakt nóóit uitgeleerd bijvoorbeeld en bij elke nieuwe cliënt nog steeds ‘un peu nerveux’; zou het me dit keer weer lukken?! Zó iemand heb ik immers nog nooit ontmoet.

 

Waarom kunnen we niet open staan voor het wonder dat ieder mens is? Zonder meteen te oordelen en te etiketteren?! Ieder mens is immers volkomen uniek, waardevol en bijzonder! Open staan voor het mysterie, het NIET durven weten, NIET doen. Alleen maar die spiegel te zijn, zo helder mogelijk. En op het juiste moment, de juiste snaar raken. Met compassie, én, alle bewondering overigens voor hun moed, zoals je duidelijk zal worden uit mijn volgende column.

Begrijp me niet verkeerd; methodes kunnen, mits deskundig én integer toegepast, zeker hun nut hebben. Maar meer dan een hulpmiddel is het niet. Wees je dat altijd bewust. Tenzij je liever in hokjes en etiketjes gelooft dan in jezelf…