Recencies

“Aan mijn werk is niets veranderd, het is nog steeds een gekkenhuis! Maar IK ben het niet meer.”
medewerker call-center Energiebedrijf – Weer in Balans

“Krijg ik complimenten dat ik zo veranderd ben, in positieve zin: Ik straal veel meer rust uit. Daar ben ik uiteraard erg blij mee.”
manager zorgverzekeraar – Weer in Balans

“De training heeft me teruggebracht bij de basis van het mens-zijn.“
arbo-arts – Weer in Balans

Op uw verzoek zenden we u graag referenties toe. HGT werkt hoofdzakelijk voor organisaties, maar ook particulieren zijn van harte welkom. We werken uitsluitend samen met organisaties die staan voor onze kernwaarden, kwaliteit en integriteit. Zowel profit als non-profit organisaties maken gebruik van onze diensten, waaronder diverse gemeentes, ziekenhuizen, banken enzovoorts. Daarnaast werken we samen met toonaangevende arbodiensten, zorgverzekeraars en verzuimbureau’s.

Enkele voorbeelden:

Aegon Centric
Cogas Domijn DuGardijn
Gemeente Almelo Gemeente Enschede HCC
Innovadis Mediant
Bureau Perplex Sint Maarten Saxion
SLO T-con TPC Electronics
Vredestein

De kikker

Ingezonden brief van een bezorgde jonge moeder

 

Als je een kikker in kokend water gooit – springt ie van schrik uit de pan. Maar als je een kikker in koud water zet en dat langzaam aan de kook brengt, zal hij sterven.

Ik voel me momenteel als die tweede kikker.

De glijdende schaal waarop we ons collectief al bijna 2 jaar begeven, waar elke keer de grens van wat we ‘normaal’ vinden opschuift, er zijn dagen als deze waarop ik bang ben voor dat kokende water. Niet eens alleen voor mezelf, maar voor mijn dochter. Haar toekomst.

 

Soms wou ik dat ik het nog geloofde, dat het allemaal echt alleen maar over de pandemie gaat, we gewoon allemaal even geprikt moeten worden en dan alles weer normaal wordt. Maar langzamerhand is er bijna niemand meer in mijn omgeving die dat nog gelooft – en ik helaas ook niet meer. Of moet ik zeggen gelukkig? Want we kunnen nú nog uit die pan met heet water springen. Toch?

Een QR maatschappij. Voorwaardelijke vrijheid. Vaccinatie schade. Uitsluiting. Discriminatie. Polarisatie. Oneindig hoge staatsschulden. Macht van pharmaceutische industrie. Polarisatie. Maatschappelijke ontwrichting. Diepe depressies. De lijst is pijnlijk en bijna onuitputtelijk. En niémand van ons die dit 2 jaar geleden voor mogelijk had gehouden. 2 jaar… Kun je nagaan waar we over 10 jaar staan als er niet nu iets verandert.

En elke keer als iemand dan kritiek levert op het beleid, krijg je onvermijdelijk de vraag “ja maar, jij wilt toch ook niet dat de zorg overbelast wordt en er mensen overlijden?”

Nee. Natuurlijk niet! Misschien ben ik juist daarom wel kritisch. Want als ‘t over gezondheid zou gaan, zou er geïnvesteerd worden in gezondheid. Niet in IT. Niet in handhaving. Niet in God knows what – behálve in de zorg. Om te huilen vind ik het.

 

 

Het moment dat ik echt definitief m’n geloof in onze politiek verloor, was ergens aan t begin van de herfst. Het QR paspoort stond op de rol, en de oppositie in Den Haag steunde de het beleid MITS afgesproken werd dat ‘t paspoort alleen voor Corona gerelateerde zaken gebruikt zou worden. De coalitie weigerde. Ofwel: ‘t paspoort waarvan we denken dat ‘t ons helpt uit deze pandemie te komen, is niks meer dan een vrijbrief richting controle en voorwaardelijke vrijheid in brede zin. En dat was niet  de laatste enge wetswijziging die er doorheen geduwd is door onze vrienden in Den Haag. While we were sleeping.

Ik ben opgegroeid in vrijheid. Heb ik niet voor hoeven vechten. Niks voor hoeven doen. Ik kreeg het gewoon toen ik geboren werd. Wat een luxe. Maar dat is natuurlijk niet altijd zo geweest. Onze vrijheid is zwaar bevochten. Door alle generaties voor ons. Ga ik dan nu werkelijk gewoon toe kijken hoe we allemaal als kikkers in dat water blijven dobberen, onze vrijheid ons ontnomen wordt en onze kinderen op zullen groeien in een wereld waar vrijheid geen geboorterecht meer is?

 

Ik wil die pan uit!  Wie volgt?

 

Maria

 

 

 

 

 

 

 

Het vergeten signaal

Mijn vorige column (https://www.harrygrob.nl/de-witte-man), en dan vooral mijn oproep tot méér discriminatie (vooral van jezelf), schijnt nogal wat tongen losgemaakt te hebben. Toch is het dé weg naar een betere balans en in een tijd van een explosief aantal toenemend burn-outs een noodzakelijk advies. Naast de persoonlijke tragedie die een burn-out omhelst,  is er voor ondernemers ook een enorme financiële schade. Volgens collega Mascha Mooy van Bye Bye Burn-out kost een gemiddelde burn-out ondernemers zelfs meer dan € 120.000,-! Alle reden dus om alert te blijven. Gelukkig circuleren er vele lijstjes met aandachtspunten voor leidinggevenden. Eén signaal echter wordt vaak vergeten:

Géén signaal…

Leidinggevende Jan: ‘Ik noem ze mijn peilstokken, twee van mijn medewerkers. Gouden aanwinst voor ons bedrijf; niets is ze te veel, altijd goedgemutst, waar andere problemen zien, zien zij oplossingen en klanten lopen met hen weg. Als het niet goed gaat, de druk wordt té hoog, komen de klagers als eerste, hoef ik me geen zorgen over te maken. Maar als zij komen, of erger nog, als ik hen niet meer hoor of zie, dan weet ik dat er écht iets aan de hand is en neem ik mijn maatregelen!’

Kortom, geen bericht, geen signaal?  Meestal goed nieuws! Maar, let op uw ‘peilstokken’, uw gouden medewerkers, als u hen niet meer hoort, dan is het oppassen geblazen. Want, áls het dan mis gaat, tja, dan is de schade vaak niet te overzien. Persoonlijk. En financieel.

De Witte Man

Waar in mijn jonge dagen vooral ‘de vieze man’ de maatschappelijke gemoederen danig beroerde, later gelukkig geïdentificeerd door een zekere heer de Bie, is het recent vooral ‘de witte man’ die voor de nodige onrust in onze samenleving zorgt. Er is zelfs een boek over hem geschreven. Het zou allemaal zijn schuld zijn. Je begrijpt, ik was enorm nieuwsgierig, want ik had nog nooit een witte man gezien. Laat staan, dé witte man. “Zal hun opperhoofd wel zijn”, hoor ik mezelf nog denken.

Maar onlangs had ik geluk! Hij zat namelijk in een discussieprogramma op NPO 2 zo werd mij verteld. Een prachtige jongedame, lieve uitstraling overigens, mooie bruine kleur, zwart haar, studente sociologie, had haar buurman geïdentificeerd als ‘de witte man’?! Mijn ogen trilden, de camera zoomde op hem in, ik op ‘t puntje van mijn luie stoel…

Maar, lieve mensen, die man wás helemaal niet wit! Ik zou zeggen, meer beige met wat rozige  pigmentvlekken en zo, en wellicht her en der een wit vlekje, maar ook wel enkele bruine. Maar om ‘m nou wit te noemen? Nee, dan ben je toch echt wel kleurenblind. En hij kreeg de schuld van de slavernij, alle (?!) oorlogen en zélfs van de Spaanse inquisitie? Nou, zelfs een kind kon zien dat hij nog lang geen 500 jaar was!

 

Ik begreep er niets van, vroeger moest je toch minstens VWO hebben als je naar de universiteit wilde. Later bedacht ik me, zou ook kunnen, zou het dát dan zijn, was er wellicht iets mis met haar bril? Nou ja, in elk geval, wat ben ik blij dat ook ik die witte man niet ben! Pfff, je zal ‘m maar zijn! Krijg gewoon met ‘m te doen zeg. Mocht je hem toevallig ergens tegenkomen, zwaar zuchtend onder het C.C.S.S. (Collectieve Calvinistische Schuldgevoel Syndroom), bied ik gratis mijn diensten aan.

Goed, als je me nu wilt excuseren, nu gauw verder met m’n boek. Ik schrijf namelijk een boek over een bruine lesbische vrouw. Ik hoorde uit betrouwbare bron dat zij vermoedelijk verantwoordelijk is voor het uitsterven van de mensheid over enkele millennia, maar ik moet daar nog even op verder studeren. Ik slik natuurlijk niet alles zo maar voor zoete koek, wat denken ze wel niet?!

Maar, wie weet krijg ik ‘te hetter tijd’ toch wel gelijk. Pardon? Nee nee, ‘te zijner tijd’ is ook een vorm van discriminatie zo hoorde ik laatst. Pfff, maar eerst even naar de openbare WC. Chips, ik moet zo nodig, maar welke deur moet ik nou hebben?! Even snel denken, wat voor dag is het vandaag, oh ja, rokjesdag. Oh, dan zal het deze wel zijn… Waarom gilt iedereen nou zo?

 

Welnu, druk baasje als ik ben, verder met mijn research naar discriminatie. Er zou ook nog een Turk zijn (zie je wel, tóch weer een Turk), die volwassenen discrimineert! Even laakbaar als je het mij vraagt. Maar hij schijnt zich zelden te vertonen, durft ie alleen als de dagen korter worden. Tja, dat snap ik. Hij zou een baard hebben en vaak een rode muts dragen. Waarschuw je me even als je ‘m toevallig ziet?

 

Beste lezer, we doen al eeuwen niets anders, met het vingertje wijzen… heeft het iets opgelost? Is er werkelijk iets verandert? Het verleden kunnen we toch niet meer veranderen, de ander evenmin… Jezelf en de toekomst mogelijk nog wel! Moeten we vooral zó doorgaan, veel etiketjes blijven plakken. Vooral op ‘de ander’… en ons gevangen laten houden in het groepsdenken, ‘wij’ en ‘zij’. Verdeel en heers. Wie had dat ook al weer bedacht? Voor de meer intelligentere mensen onder ons die evenzeer als ik snakken naar meer broederschap en menselijkheid in deze wereld, vervolg ik:

 

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie wordt er nou eens slim in dit land?!

Ik heb er al drie gevonden:

1.     Slogan van een basisschool in mijn buurt:

  • Everyone equal
  • Everyone different
  • Everyone special

2.     Citaat Paul de Blot:  “Niemand wordt als terrorist geboren”.

3.     Citaat Barack Obama:   “No one is born hating another person because of the color of his skin or his background or his religion”.

 

Nu begrijp je vast, hierbij mijn appèl aan een ieder om vóóral te discrimineren, naar hartelust! Van ’t zomer zei zo’n gast (en hij kon het weten, had er immers voor gestudeerd, psychiater of zo), dat het ontkennen dat je discrimineert, juist een kenmerk van discriminatie is…. Dús, doen, discrimineer!

Gymnasten onder ons weten dit al lang; we kunnen niet eens anders! ‘Discriminare’: ‘onderscheiden’. Dat kon je al als baby. Je voelde perfect het verschil tussen een vol buikje of een volle luier en wist ook heel goed hoe je dit kenbaar moest maken bij dat vertrouwde gezicht en die vertrouwde geur. En nog vóór je wist wat halitose betekende, en pas later leerde dat dat bij Tante Bep hoorde, rook je drommels goed dat zij niet je standaard verzorger was. En weer later nam je al die verschillen in kleur, spraak, voortbewegen enzovoorts ook bij anderen waar; “Hey, jij zit in een stoel met wielen”, “Hey, wat heb jij op je neus?” maar je hechtte daar geen waarde oordeel aan.

Als anderen node de intelligentie ontberen om die verschillen in uiterlijk, geloof, leeftijd, sekse of wat dan ook te vertalen in ‘minder of meer kans’, ‘über- of untermensch’, en alles wat daar aan ziekelijke denkbeelden tussen ligt, dan zegt dat iets over hun! Maar als jij het binnen laat komen en het je zo bezig houdt, wat zegt dat dan over jou? Zou Gandhi gelooft hebben dat hij minder was? Of Rosa Parks? Of Mandela?

 

Kortom, discriminatie is positief, een ieder is immers anders en even waardevol en bijzonder. Gelukkig maar, want alleen dan kunnen we van elkaar leren en iets voor elkaar betekenen! Enige vorm van discriminatie die juist niét positief is, is positieve discriminatie. Hiermee impliceer én versterk je ‘het mindere’ van welke (sub-) groep dan ook en bied je een schuilplaats voor ‘die ander’. Dat denk je tenminste. Maar het is een gevangenis! Je zit er niet in, maar hij zit in jou…

We zijn allemaal familie volgens paleontologen en gelijkwaardig. Zodra u dat inziet, vervalt in de regel heel snel de ‘w’.

Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie doet er nou eens aardig in dit land?

Heb jij het lef en de intelligentie (immers, het enige waar je macht over hebt ben jezelf…) naar jezelf te kijken i.p.v. ‘de ander’? Maar hoe je dat dan doet, jezelf discrimineren, onderscheiden?

Slimme vraag! Simpel antwoord! Maar nog even wachten, in het boek dat ik écht schrijf leg ik het je graag uit. Rond de jaarwisseling verschijnt ie, een boek waarin en waarmee ik ook mezelf flink discrimineer. Want, om maar eens met streekgenoot Finkers te spreken, waarom zou ik jou wél discrimineren en mezelf niet?!

Is het niet zweverig dan?!

Als je je nu voorstelt als coach of alternatief therapeut, geen hond die er meer vreemd van opkijkt. Zelfs al doe je iets met ‘Jin en Jan’ of ‘Ko wit de flow uut Almelooo en zooo’…

Maar toen ik circa 17 jaar geleden begon en in het bijzonder bij grote organisaties als het ABP en Shell binnenstapte, was dat geheel anders. Naast dat vele directies nu veelal ervaren hebben dat investeren in personeel rendeert, weten zij inmiddels ook dat, behalve traditionele methodes, een onconventionele werkwijze evenzeer tot uitstekende resultaten kan leiden. Vroeger kreeg ik vaak de vraag of mijn methode zweverig was. Als ik nu die vraag krijg, antwoord ik: “Ik woon  in een molen, loop op klompen met geitenwollensokken, kweek uitsluitend brandnetels in mijn tuin en ben de hele dag zo stoned als een garnaal!” waarbij ik uiteraard mijn talent voor een zogeheten strabismus-face ten tonele voer.

Wellicht is het toch zinvol om hierbij op hoofdlijnen mijn visie te geven op de Oosterse geneeswijzen, waarover bijna 5.000 jaar geleden het eerste boek verscheen, de Nei Ching (the Inner Medicin).

Oosterse geneeswijzen adviseer ik selectief en in de onderstaande situaties:

  1. Preventie van ziekte: voorkomen en gezond blijven voor zover dat in je mogelijkheden en genen ligt. Dat is in feite de oorsprong en het bestaansrecht van de Oosterse geneeswijzen.
  2. Herstel van ziekte: doe Yoga of Tai Ji, neem een Shiatsu massage, beweeg voldoende en eet gezond, helpt allemaal. Uiteraard moet altijd een reguliere arts betrokken blijven. Daarnaast kan een goede therapeut uit de complementaire zorg je zelfhelend vermogen ondersteunen en versterken.
  3. En tenslotte, als ook de medisch specialist tijdens je second opinion zegt dat je nog maar zoveel maanden te leven hebt, tja, stort je dan desgewenst maar op Goeroe X of Wondermethode Y, als het je goed doet en je kan je er je laatste maanden wat prettiger door leven, prima. Hoop doet leven toch, maar hou wel een realistische balans aan tussen hoop en de harde werkelijkheid.

Als er écht iets aan de hand is, dan adviseer ik altijd in de eerste plaats te vertrouwen op de medici in onze ziekenhuizen, al is het maar omdat ik uit mijn praktijkervaring weet dat er veel op geld beluste kwakzalvers rondlopen. Zeker, Dustin Hofman, Michael Jordan, Alan Watts, John Denver, Yehudi Menuhin om er maar eens een paar te noemen, zijn geen van allen dom. Zij hebben alle gewerkt met mijn Chinese leraar in Californië. Echter, in der Beschränkung zeigt sich der Meister.

Ook als coach en therapeut moet ik mijn grens weten. Ik ben geen dokter, evenals mijn collegae! Sommigen menen na een cursus Medische Basiskennis te hebben gevolgd zich overigens wel op het medische vlak te kunnen begeven. Ik ben daar faliekant op tegen. Zoals cliënt Piet bijvoorbeeld, die na de diagnose van een tumor ook hulp in de complementaire zorg zocht:

“Nee hoor, ik voel geen tumor!” “Weet u het zeker?” vroeg hij de therapeut. “Ja hoor, de computer geeft niks aan en ik voel het zelf ook niet”… En terwijl Piet een foto onder diens ‘helderziende’ ogen schuift, alternatief toptalent onder BN-ers, zegt hij: “Nou, dan zal de MRI het wel fout hebben. Wat adviseert u, kruidentherapie of Mindfulness of zo?! en verlaat diens praktijkruimte.

Kortom beste mensen, vertrouw op uw intuïtie, waar u ook hulp zoekt, maar gebruik altijd uw verstand! En leef gezond. Uw emotionele en/of fysieke balans verliezen, dat wilt u niet. De confrontatie met een ingrijpende disbalans heeft maar één voordeel: u heeft dan nog slechts één wens in plaats van duizend-en-één.

Hart werken

Er is niets mis met hart werken als u het maar met een ‘t’ spelt, zoals u in mijn laatste nieuwsbrief kon lezen. Echter, als een mens van zijn of haar hobby zijn werk heeft gemaakt, hoe aantrekkelijk dat ook is, ook dan is het oppassen geblazen.

Zo herinner ik me van enige jaren geleden een intakegesprek van een ‘whizzkid’. Hij was goud waard voor zijn ICT-bedrijf, maar hij was druk. Veel te druk. Hij maakte lange dagen, kreeg zijn werk nooit af en was eigenlijk continu overbelast. Ik vroeg hem wat hij deed om te ontspannen. “Computerspelletjes” flapte hij er uit met een twinkeling in zijn ogen. Ik fronste één van mijn wenkbrauwen, maar zei verder niets. “Ja, maar dat doe ik puur voor de ontspanning. Een paar uurtjes elke avond” voegde hij eraan toe. “Hoe lang zit je elke dag dan achter de computer? 14 Uur of zo? Onlangs nog wel eens een boom gezien? Of je familie?…” Langzaam drong het tot hem door.

Of u nou leiding geeft aan een non-profit instelling of een bedrijf, groot of klein, vraag eens naar de hobby’s van uw medewerkers. Zodra een medewerker uitsluitend het werk als zijn/haar hobby noemt, dan is alertheid geboden. Onbalans ligt dan op de loer en dat gaat vroeger of later uiteindelijk ten koste van het werk!

Als ik u dan nog iets mag wensen voor 2015:  ook u, werk én leef met uw hart, maar zorg wel voor de broodnodige variatie.

Vind je dit niet gênant dan?

De bestuurder van een grote overheidsinstelling komt in het gesprek met mij langzaamaan bij zijn onzekerheid en pijn. “Ik heb alles bereikt in het leven wat ik wil: een top baan, een gelukkig huwelijk, gezonde en fijne kinderen, een plezierig sociaal leven. Vind jij het niet gênant dat ik op mijn 52-ste toch nog met allerlei levensvragen zit?” Mijn antwoord was simpel: “Op je 82-ste op je sterfbed liggen en dan met dit soort vragen worstelen, dat is ….”

Veel mensen die hulp zoeken bij een coach of psycholoog zitten met belangrijke vragen.

  • “Doe ik eigenlijk nog wel wat ik wil?”
  • “Geeft mijn werk mij nog energie?”
  • “Waarom voel ik me minder prettig in mijn relatie de laatste tijd?”
  • “Waarom loopt mijn communicatie met die en die zo stroef?”
  • “Geef ik wel op de goede manier leiding?”

Vrijwel iedere cliënt vraagt zich af of dat wel ‘normaal’ is en twijfelt aan zichzelf. Twijfelen leidt tot zelfreflectie, andere inzichten en biedt nieuwe mogelijkheden. Geen twijfels: het is ‘de dood in de pot’.

Of u nou twijfels heeft over uw relatie, uw werk of wat dan ook, bij een coach in de spiegel kijken komt u ten goede, maar ook uw directe omgeving, privé en professioneel.

IFOH Award 2012

Op 12-12-12 was Harry Grob-Trainingen ‘gastvrouw’ (mijn onvolprezen secretaresse Feya had de organisatie op zich genomen) van de uitreiking van de prestigieuze IFOH Award 2012. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een organisatie in de Benelux die zich voor haar medewerkers op een bijzondere manier inzet op het gebied van zingeving en gezond werken. Dit jaar kreeg voor het eerst een Twents bedrijf de prijs: Euromouldings uit Nijverdal. Een hele eer, en, naar mijn mening, geheel terecht.

De jury roemt Martin Essink, managing director van Euromouldings, omdat hij leiding geeft aan zijn bedrijf met open en eerlijk samenwerken als focus. Met de nodige Twentse bescheidenheid nam hij de prijs op 12 december in ontvangst. Hij vroeg zich af of hij de prijs wel terecht kreeg: “nog lang niet alles gaat perfect”! Gelukkig bleek perfectionisme geen selectiecriterium te zijn van de jury onder voorzitterschap van dr. Maurice de Valk van Intermedic. Van cruciaal belang voor de toekenning van de prijs aan Martin Essink is zijn intentie om in zijn bedrijf op een andere manier samen te werken dan volgens het ‘money driven’ Angelsaksische model. Volgens het IFOH is de enige oplossing voor de wereldwijde crisis het teruggaan naar waarden als eenvoud, waardering voor elkaar, verantwoorde producten op de markt brengen en eerlijk delen. Bestuurslid drs. Dirk van Mulligen van Coherent Solutions hield dan ook een pleidooi voor terugkeer naar kleinschaligheid, waartoe  Eckart Wintzen, maatschappelijk verantwoord ondernemer avant la lettre, ons in de tachtiger jaren al opriep.

Martin Essink, rasechte Tukker, vond de eer bijna te veel. Hij roemde naast zijn medewerkers, “we doen het allemaal samen”, in het bijzonder zijn persoonlijke coach,  Sietske Biesmeijer van People-Coaching. “Zij heeft veel voor me betekend”. Ook noemde hij Martine Weghorst en Anja Hartgerink van Metalektro Personeelsdiensten. Zij hebben het proces naar beter en anders leren samenwerken begeleid. Met ongenoegen, Tukkers eigen, vonden zijn medewerkers “al dat geproat niet nodig, gewoon wark’n!” en zagen zij immens tegen de verandering op. Echter, uiteindelijk heeft het een ieder veel gebracht. De medewerkers hebben elkaar veel beter leren kennen en de nieuwe samenwerking werpt zijn vruchten af in het resultaat van Euromouldings. Het zal niemand verbazen.

Hét bewijs voor mij dat Martin Essink en Euromouldings de prijs echt toekomt, bleek bij zijn dankwoord: hij gaf de prijs door aan de vrouwen van Metalektro. Chapeau!

Na het officiële deel hebben we gezellig geborreld en inspirerende ontmoetingen en gesprekken gehad in onze kantoren. Een bijeenkomst als deze, een ontmoeting van ‘kindred spirits’, is voor mij het zoveelste bewijs dat de wereld, en ook onze bedrijven/organisaties aan het veranderen zijn. Van money naar value driven, van hebzucht naar delen.

Dat we dát nog te veel nalaten, is m.i. de enige werkelijke crisis. Gandhi zei het al: “This world offers enough for everybody’s need, but not for greed”. Harvard University heeft inmiddels wetenschappelijk aangetoond dat er voldoende voedsel, water, energie etc. is voor een ieder mits we onze instituties ‘sustainable’ inrichten en eerlijker delen.

Heel toepasselijk eindigde Maurice de Valk de bijeenkomst met de woorden van prof. Paul de Chauvigny de Blot van Nyenrode: “We komen hier met niets en we vertrekken met niets. Het vergaren van bezit kan dus niet de zin van het leven zijn”.

Terrasje Boekelo.

Op een heerlijke zomeravond zit ik met een goede vriend op een terras in Boekelo. Op een gegeven moment
stapt een vriendelijk ouder stel van de fiets en gaat aan de tafel naast ons zitten. Mevrouw zegt plotsklaps fier: “We hebben met fietsen een gouden plak gewonnen!” En terwijl ik mezelf nog hoor denken “Goh, wat knap op die leeftijd.” vult ze met een zweempje irritatie aan: “Met de Olympische Spelen!” Oeps, Harry toch!

“Wat is dat toch met ons land?”, vragen mijn vriend en ik zich af. We klagen en zeuren hier wat af, maar er hoeft maar een sportfestijn te zijn, en onmiddellijk is het oranje alom. Tot ver in het buitenland kent men ons als mensen die open en tolerant zijn, die gek zijn op hun kleine landje en tot grote prestaties in staat zijn. Mede dankzij onze geschiedenis.

Maar zodra de festiviteiten voorbij zijn, krijgt de zeur- en klaagcultuur weer de overhand. Waarom kunnen we dat oranjegevoel niet vasthouden? Volgens een hoogleraar van Harvard is Nederland zelfs een voorbeeld voor de wereld! En om dat te beseffen, hoeven we helemaal niet zo ver weg te gaan tijdens onze vakantie. Toch?!

Zou de essentie liggen in de opmerking van mevrouw “We hebben een gouden plak gewonnen!” “We” in plaats van de ik-cultuur? Krijgen de heren Jacobse en van Es dan uiteindelijk toch gelijk: “Samen voor ons eigen” en “Geen gezeik, iedereen rijk?!”

Volgens mij zijn we al rijk, in vele opzichten, beseffen we dat alleen te weinig. Wat zich op dat terrasje afspeelde was een prachtig voorbeeld hoe het ook kan. Er was sprake van saamhorigheid, trots en respect. Zo maar, met onbekenden.

Dat gaf ons allen, ook de student bedrijfskunde die serveerde, een prettig gevoel. Het gevoel er te mogen zijn, het gevoel bij te dragen en er bij te horen. Geeft u de uwen dit gevoel?

  • Uw kinderen?
  • Uw partner?
  • Uw familie?
  • Uw medewerkers?

Even later, na een heerlijk kopje koffie met slagroom, vertrekken onze sportieve 60-plussers richting Enschede en komen er twee nieuwe ‘buren’: Sjouk en Karin. “Wow, wat een stuk” hoor ik mezelf denken.

Tja, een mens kan veel leren, maar sommige reacties blijven natuurlijk gewoon genetisch bepaald…

Crisis binnenkort voorbij

Energiecrisis. Voedselcrisis. Financiële crisis. Klimaatcrisis. Dagelijks trekken toekomstige (?!…) rampen aan ons voorbij. Dan is er weer geld te weinig, water te veel, voedsel te weinig en we slikken het allemaal voor zoete koek. Want, op het Journaal zullen ze het toch wel weten?

Ligt de tijd van zure regen en het ozongat al weer lang achter ons, nu worden we (behalve in koude winters) weer doodgegooid met het broeikaseffect en dat het waterpeil volgens sommige geleerden wel een meter of misschien wel 2 meter zou kunnen stijgen. Oeps, wat een ramp. Ooit een glas water met 5 of 10% crushed ice afgetopt en laten smelten? En, had u een vaatdoekje nodig?

Anderen plagen ons weer met de gedachte dat er te weinig water is. Dagje oceaanzeilen lijkt me het devies. Of te weinig voedsel, Moeder Aarde kan het allemaal niet meer aan. Maar, als er te weinig voedsel is waarom gooien we dan jaarlijks nu al voor 3 miljard mensen voedsel weg?                             Harvard heeft berekend dat de aarde blijvend zelfs 36 miljard mensen zou kunnen voeden, mits we het “sustainable” (biologisch) inrichten en eerlijk delen. Niet dat we daar naar toe moeten, maar er is dus kennelijk meer dan genoeg.

Natuurlijk, met dank aan de I Tjing, geen stijging zonder daling en geen helling waarop geen vlakte volgt, een crisis is niet minder een natuurwet als de zwaartekracht, een natuurlijk selectieproces eens in de zoveel jaren (7 wellicht?). In onze nieuwsbrief van december 2008 schreef ik al over de crisis en het Chinese teken daarvoor: Wee Ji. Afzonderlijke tekens voor ‘gevaar’ en ‘kans’. Zeker, er dreigen gevaren, we moeten de kop er bij houden, maar zou het niet zinvoller en productiever zijn om onze energie in oplossingen te steken? Ik vind persoonlijk van wel, want zo crisismoe als een garnaal. Vindt u dat ook? Dan heb ik nu wel heel goed nieuws voor u; de financiële crisis is binnenkort voorbij!

Fijn hè?! Wat zegt u, hoe ik dat weet? U kunt het niet geloven? Dat vind ik eerlijk gezegd wel een beetje vreemd. U geloofde wel in zure regen, stijging van de zeespiegel en de milieuvriendelijkheid van de Prius om maar eens wat te noemen, en dan wilt u dit niet geloven?!

Ik garandeer u zelfs dat het waar is, mits u meewerkt. U hoeft hiervoor slechts 3 dingen te doen:

  1. dit bericht geloven
  2. dit geloof uitspreken, uitstralen en wat dies meer zij
  3. deze column retweeten, linked-innen e.d.

Zodra het gros van de bevolking dit bericht gelooft, is de crisis voorbij. Bovendien, het is toch veel leuker om je op kansen te richten dan op problemen? Zou al die doemdenkerij de mensheid nou werkelijk helpen denkt u? En, in tegenstelling tot wat velen denken, die rampscenario’s en doemdenkerij is echt niet alleen van onze tijd. Dus laten we leren van de inzichten van vroeger, van Maarten Luther bijvoorbeeld die zei: “Al wist ik dat morgen de wereld verging, dan nóg plantte ik vandaag een boom!”

Weet u wat ik denk? Volgens mij heeft hij zijn ‘boom’ echt geplant… Doet u ook mee?! Grote boom, klein boompje, 1 of 10, kastanje of eik, het maakt niet uit; een bos is toch ook zo mooi door zijn verscheidenheid? Kortom, laten we samen gaan planten en zaaien! Zeiken kan toch altijd nog? En kan u dat écht niet laten, dan wel graag tegen uw eigen boom…