Zelfvertrouwen

Kan zelfvertrouwen groeien?

 

‘Ik heb geen zelfvertrouwen’ oppert mijn cliënt aan het begin van de intake. ‘Aha’, antwoord ik, ‘dus het valt nog wel mee?!’ ‘Hoe bedoel je?’ ‘Nou, iemand die echt geen zelfvertrouwen heeft, durft zelfs dat niet te zeggen’… Mijn cliënt begrijpt het, maar vraagt vervolgens ‘Hoe krijg ik dan meer zelfvertrouwen?’ ‘Dat is helaas onmogelijk’ antwoord ik…

 

Méér zelfvertrouwen? Je zelfvertrouwen vergroten? Legio boeken en cursussen als je even gaat zoeken. Maar kan dat überhaupt? Naar mijn mening niet. Je vertrouwt jezelf, óf niet! Er is hier geen middenweg of leerproces. Laat het me uitleggen. Want wat is zelfvertrouwen?

Grofweg kun je dat zélf bepalen of láten bepalen. In het laatste geval is je zelfvertrouwen afhankelijk van het respect van anderen, of niet, van complimenten en/of kritiek. Zeker is in elk geval dat je zelfvertrouwen als een jojo zal variëren. Toch maar zo’n cursus dan?

 

 

Wellicht verstandiger om het zelf, intrinsiek te bepalen. Als ik aan cliënten vraag hoe het met hun zelfvertrouwen zit, antwoorden ze vaak iets in de trant van: ‘Best redelijk, want ik ben goed in sus en zo, ik kan goed dit en dat.’ Een klassieke gedachtegang van menig Westerling, het zelfvertrouwen ophangen aan je prestaties. Ook die manier zal het jojo-effect genereren!

Beter, veel beter lijkt het mij, om je zelfvertrouwen op te hangen aan wie je BENT. Jezelf vertrouwen dus, blij zijn met jezelf. Je sterke kanten, je zwakke kanten, je leuke kanten en je…

Zolang je je best maar doet, toch?! Want, of je nou in God gelooft of de evolutietheorie (of beide), het heeft onnoemelijk veel energie en tijd gekost om JOU hier te krijgen. Een geschenk voor de wereld (‘The gift you are’, John Denver)! Een ongelooflijk wonder, volslagen uniek. En als Zij tevreden zijn, waarom zou jij dat dan niet zijn?!

Simon

Nivea?

 

Simon is een gouden werknemer. Niets is hem te veel, het woord ‘nee’ kent hij niet. Loyaal, vriendelijk en ook nog eens heel accuraat. Ook privé is hij er voor iedereen. Kortom, collega’s, vrouw, kinderen, familie en vrienden, iedereen is blij met hem. Hij zal niemand vergeten, behalve dan… zichzelf.

Als zijn manager zich zorgen maakt over zijn werkdruk en de eerste tekenen van overspanning waarneemt, wimpelt hij ook dat weg. ‘Ga eens met Harry praten’ adviseert hij hem. ‘Een intake kan toch geen kwaad?!’ Toch zal het nog drie jaar (!) duren voordat Simon, inmiddels op zijn tandvlees, er eindelijk aan toegeeft en mij belt.

 

Tijdens de intake lucht hij zijn hart. Ik word al moe van het luisteren naar zijn agenda en wat hij allemaal op een dag doet. Maar gelukkig, zo stel ik, is het binnenkort Kerstvakantie en kun je even lekker bijkomen. Toch? Nou, niet echt. Met Kerst komen zijn ouders, de hele dag. En hoe goed zij ook met zijn ouders kunnen, het is toch best een hele opgave. Maar je kunt ze toch ook alleen uitnodigen voor een brunch of het Kerstdiner opper ik. Ja, zo was het ook begonnen, met een Kerstbrunch. Maar ach, al gauw bleven ze, weliswaar op zijn verzoek, voor nog een kopje thee, en weer wat later ook voor het diner. En sindsdien kwamen ze de hele dag.

 

 

 

 

‘Vinden ze dat zelf ook leuk?’ vraag ik voorzichtig. ‘Vast wel’ antwoordt Simon. ‘Heb je dat gevraagd dan?’ ‘Eh, nee’. ‘Waarom niet?’ ‘Ik wil ze niet kwetsen!’ ‘Dat begrijp ik, maar je kan het toch voorzichtig opperen?’ De volgende sessie komt Simon opgelucht binnen. Hij had het er met zijn moeder over gehad. En wat bleek? Ook zij vonden het een hele opgave, maar wilden Simon niet kwetsen… zijn vader miste zijn middagdutje en de hele dag met de (klein-)kinderen was voor hen toch best wel zwaar. S ’avonds waren ze echt uitgeput. Volgend jaar Kerst komen ze alleen eten vertelt Simon opgelucht. ‘Gelukkig’ antwoord ik, ‘dus vanaf nu gebruik je meer NIVEA?!’ ‘Pardon?’ NIVEA: niet invullen voor een ander. Vraag het gewoon! Of blijf aannames bedenken…

 

P.T.T.S. ?!

 

 

Waar ik in mijn vorige column (consistent incontinent) een oorzaak trachtte te vinden voor de tanende intelligentie van de gemiddelde Nederlander (zo schijnen er zelfs mensen te zijn die denken dat AI (kunstmatige intelligentie écht bestaat…?!), en uiteraard mijzelf daarbij als lichtend voorbeeld nam, in deze column aandacht voor een nieuw fenomeen, het zogeheten P.T.T.S. Het betreft een moderne aandoening die zijn oorsprong vindt in de tweede helft van de vorige eeuw. En dan heb ik het niet over de burn-out golf van de laatste decennia, al vermoed ik wel dat ze daar flink aan bijgedragen heeft.

Het kwam te berde tijdens een intervisie gesprek met een collega. Ik vertelde hem o.a. van cliënt Klaas, die leed aan een P.T.T.S. ‘P.T.T.S.?!’ vroeg hij me verbaast. ‘Precies’ zei ik. ‘Nou Harry, je hebt nogal een reputatie, veel over je gehoord, maar dan weet je nog niet dat het P.T.S.S. is, een post-traumatisch stresssyndroom?!’ ‘Jawel’ antwoordde ik, ‘maar ik bedoel toch echt een P.T.T.S.’. En zo nam ik hem mee naar de intake met Klaas van enkele jaren geleden.

 

 

Harry Grob Stress tot burn-out

 

Tijdens de intake blijkt mij al gauw dat Klaas aan een P.T.T.S. lijdt. Elke dag werd hij overladen door ellende en misdaad. Hij was dagelijks getuige van vele moorden, oorlogen en andere gruwelijkheden en beleefde de ene ramp na de andere. En, alsof dat nog niet genoeg was, werd hem ook nog eens de ene crisis na de andere gepresenteerd. Geen wonder dat hij het leven niet meer zag zitten en zich ten einde raad tot mij wendde.

Aangezien hij gewoon in Nederland woonde, eveneens in het prachtige Twente (waar volgens mij de natuur weliger tiert dan de misdaad), vermoedde ik al snel een P.T.T.S., een zogeheten Post Traumatisch Televisie Syndroom. ‘Heeft ie vast mijn column ‘Grip op je leven’ gemist’ hoor ik mezelf nog denken.

Na mijn diagnose en het recept ‘nieuwsdieet’ knapte hij zienderogen op. Zag in het échte leven om zich heen véél meer mensen die iets goeds deden dan iets kwaads. Hij kwam erachter dat de meeste mensen inderdaad deugen (dank Rutger*) en goed zijn voor elkaar. En dat het nieuws en de televisie slechts een zeer beperkte en subjectieve blik op de werkelijkheid geven. Reden te meer om op je eigen waarneming, intellect en zintuigen te vertrouwen en breder te leren kijken.

 

Let wel, een P.T.T.S. is niet alleen funest voor je eigen gezondheid, maar óók voor je omgeving. Je schept immers waar je mee bezig bent! Of, zoals de Engelsen zeggen:

‘Energy flows where attention/intention goes’. Wil je ook meewerken aan een betere wereld voor iedereen? Vrede en eerlijk(er) delen op deze paradijselijke aarde?

‘Zie dan het goede, hoor het goede, doe het goede!’ (Boeddhistisch gezegde). Je zult je al snel stukken beter voelen. En jij niet alleen…

 

 

*) ‘De meeste mensen deugen’ van Rutger Bregman

Consistent incontinent?

Of: hoe angst je IQ halveert…

 

Lieve lezers, meestal verhaal ik in mijn columns, net als in mijn boek, over een ontroerend, ontwapenend of ‘Eureka’ moment uit een traject van één van mijn cliënten. Maar nu, zo in de nazomer van mijn leven, moet ik zelf ook maar eens met de billen bloot.

Ik neem je mee naar een gênant moment uit mijn eigen leven. Uiteraard, ter lering ende vermaak. En, in een tijd waarin velen zich depri en machteloos lijken te voelen, ter bemoediging bovendien.

 

 

 

Consistent incontinent?!

 

Februari 2013. Ik reed terug vanaf mijn training in Oregon naar San Francisco toen ik onderweg mijn innerlijke Stem (ja, ik ben toch wel wat zweveriger dan sommigen plachten te denken…) hoorde zeggen: ‘Je gaat binnenkort je nieuwe vrouw ontmoeten’. Aangezien mijn Stem me altijd trouw had gediend, bedacht ik me geen moment. Ik nam de volgende afslag en reed naar het centrum van, hoe toepasselijk, het stadje Eureka in het noorden van Californië. Om alvast een kadootje voor haar te kopen. Niet veel later ontmoette ik haar, nietsvermoedend uiteraard, na een ongelooflijke aaneenschakeling van ‘toeval op toeval’, dankzij het onvolprezen G.P.S.*.

 

Ik schrijf een half jaar later. Nog steeds stapelverliefd. Ik word vroeg wakker en schrik me het leplazerus: m’n bed is nat… Gelukkig aan mijn kant, pfff… Ik schaam me dood, en terwijl mijn lief nog slaapt, verschoon ik snel het bed en mezelf en doe net of er niets is gebeurd. Gauw vergeten! Helaas, volgende ochtend: potverdriedubbeltjes nog ’s aan toe zeg, wéér! Zelfde plek. Nee hè, incontinent op m’n 54e?! Gelukkig, mijn tweede grote liefde in m’n leven (hoe rijk kan een man zijn?!), slaapt nog. Tenminste, dat dacht ik. En ja hoor, de derde nacht, wéér… Nu doet ze niet of ze slaapt. Gelukkig reageert ze wel heel begripvol: ‘Ach Harry, maakt toch niet uit, misschien is het iets medisch?! Maar je bent in elk geval wel heel consistent incontinent!’ ‘Eh, pardon?’ ‘Nou, je plast telkens op precies dezelfde plek. Laat me ’s kijken.’ ‘Eh, nee!!’ En ja hoor, ze trekt zo het dekbed omhoog en zegt: ‘Mmm, vreemd, telkens dezelfde plek? Ik ruik ook niks?!’ Ze trekt het laken eraf, voorts de onderliggende hoes en zegt droog: ‘Nou, volgens mij lek jij niet maar je waterbed!’…

 

We lagen dubbel van het lachen! Ik heb me nog nóóit zo opgelucht gevoeld. En dit is nu precies wat angst met je doet! Het geeft je oogkleppen, het zet je gezonde verstand op non-actief (evenals je immuunsysteem), het zorgt voor een bewustzijnsvernauwing. Natuurlijk ‘wist’ ik dat ik op een waterbed sliep, notabene al 30 jaar, maar de angst verblindde me! Lieve mensen, wat er ook in je leven gebeurt, wat er ook in de wereld gebeurt, ‘vrees niet, maar heb lief’ zoals je in een wijs boek kunt lezen. En laat je de kop niet gek maken! Door niets of niemand. Noch door de overheid, noch door de media (eender welke), en zelfs niet door jezelf…

 

 

*) God’s Positioning System

 

 

Grip op je leven

 

 

De dokter als cliënt

 

‘Wat gaan we doen?’ vraagt de overspannen arts me aan het begin van onze eerste sessie. Vol verwachting klopt zijn hart. Al is de sofa lui, hij allerminst! Houding voorovergebogen, ellenbogen op de knieën en de linkerhand gevouwen over zijn rechtervuist.

‘Geen idee’ antwoord ik uitdagend maar verder uitdrukkingsloos. Zijn onrust neemt toe. Zijn twijfels ook. Zijn collega had mijn vakbekwaamheid in nogal lyrische bewoordingen omschreven. ‘Maar je hebt toch wel een methode?’ vraagt hij me lichtelijk verbouwereerd.

‘Hoeveel methodes heb je de afgelopen jaren al uitgeprobeerd, regulier en alternatief?  stel ik hem als wedervraag. Na enige overpeinzingen blijkt dat het antwoord niet meer op de vingers van één hand te tellen is. ‘En, heeft het je geholpen?’ ‘Nou, soms een beetje. Maar in elk geval niet genoeg, niet blijvend, anders zou ik hier niet zitten hè?!’

 

‘Hmm, wil je nog koffie?’ vervolg ik, om het even over een andere boeg te gooien. ‘Koffie? Je hebt me net ingeschonken?!’ Intonatie, volume en lichaamstaal maken me duidelijk dat zijn twijfels, niet alleen aan mij maar ook aan zijn collega chirurg, plaats maken voor lichte irritatie.  

‘Aha, het kopje zit nog vol, er kan niets meer bij?’   ‘Ja, duh?!!…’   ‘Maar in jouw ‘kop’ wil je wel methodes en technieken blijven gieten, die je uiteindelijk alleen maar meer in verwarring hebben gebracht?!’…

Het duurde even, maar in enen viel het kwartje en schonk hij mij, opnieuw, zijn vertrouwen. In een volle ‘kop’ kun je schenken wat je wilt, de duurste ‘koffie of thee’, het baat je niets!

 

In mijn vak gaat het er niet om dat je de beste oplossingen aanreikt (die krijgen ze wel van de buurman…), maar dat je de juiste vragen stelt.  Dat je de juiste snaar raakt. En, bovenal en cruciaal, op het juiste moment!

Dat kan op vele manieren. Mét en zónder woorden. Uitsluitend door een begaan hart en een heldere spiegel kan inzicht ontstaan bij de cliënt. En door inzicht kan verandering ontstaan. Want, als je niet ontdekt wáárom je overspannen bent geworden, waarom je een burn-out hebt, hoe wil je het dan een volgende keer voorkomen?…

Goeroe Harry

 

‘Om heel eerlijk te zijn, ben ik nogal teleurgesteld in je coaching. Mijn vorige coach gaf me elk gesprek legio goede adviezen. Jij stelt alleen maar moeilijke vragen. Maar, de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen, dat het wel bijzonder is  dat ik je dit nu schrijf. Voorheen zou ik dat niet gedurfd hebben’. Eén van mijn cliënten stuurde mij deze e-mail als reactie op mijn verzoek om enige terugkoppeling na onze sessie. Ik antwoordde: ‘Dank voor je eerlijke feedback, Brigitte. Gelet op de inhoud van je opmerking, lijkt het mij beter om deze persoonlijk te bespreken in onze tweede (…) sessie. Vind je dat goed?’

 

Hoe komt het toch dat we zo vaak zulke hoge verwachtingen koesteren? Waar komen die vandaan, of wie schept deze? Ook Brigitte was al vele jaren in disbalans, doordat het zowel privé als op het werk niet lekker liep. Dan weer zocht ze hulp bij een coach, dan weer bij een psycholoog. Telkens had zij er even baat bij, maar met dezelfde regelmaat kwam het rotgevoel in haar buik terug. En zo kwam ze op een goede dag bij mij met hooggespannen verwachtingen. Eén sessie bij ene Harry en

 

Zou het aan al die nieuwe trends en goeroes liggen die eens in de zoveel tijd voorbijkomen? Je kent ze vast wel; etiketjes vaak in het Engels of quasi Latijn, snufje Oosterse filosofie, modellen vaak in het vierkant, nu eens matrix, dan weer kwadrant of schijf genoemd. Ander kleurtje, nieuw geurtje, snufje minder zout, iets meer peper en hup, we hebben weer een ‘nieuwe’ methode, hét Ei van Columbus! Iedereen áltijd gezond en gelukkig! En waar men telkens denkt dé waarheid gevonden te hebben, dé oplossing voor ieders probleem, toch komen er telkens weer ‘nieuwe’. Wat verklaart hun succes?

 

Doorgaans begaafde sprekers en schrijvers, charisma en humor te over, net als hun beloftes. Therapie onzin, twee sessies van hun methode, paar puntjes aanstippen of bekloppen en je bent altijd gezond en gelukkig en je afdeling loopt weer als een trein! Tja, wie wil dat nou niet? Maar we weten allemaal dat het zo niet werkt. Niet blijvend in elk geval.

 

Als het namelijk wél zou werken, zouden er toch niet telkens nieuwe hypes worden uitgevonden?

 

Ook leidinggevende Jan moest samengevat in zo’n kleurrijk model, of ik zijn rapport wilde lezen? Ik kijk hem bedremmeld aan, begin te bladeren in het lijvige rapport met teksten als: ‘Jan beschikt over dit en dat en kan in geval A zo reageren maar in geval B soms ook zo’. En na een uur weet je eigenlijk nog niet wat je precies gelezen hebt, laat staan wat je er aan hebt?!

 

Ik antwoordde dat me dat mogelijk een hele dag kost, en of het hem dat, gezien mijn uurtarief, wel waard was? ‘Ach’ zegt Jan, ‘maar jij ziet het zo ook wel hè?’ Ik begin te zoeken naar iets meer persoonlijks, wat echt iets over Jan zelf zegt. ‘Staat achterin, bij de conclusie’ helpt Jan. Aha, ik lees: ‘Uit de test is gebleken (zie 3ekwadrant, 2elid) dat Jan niet zo gemakkelijk van vertrouwen is. Het kost best wel even tijd om dat bij hem te winnen. Maar, als je eenmaal zijn vertrouwen hebt, dan lijkt het voor het leven en is er heel goed samen te werken met Jan’. ‘Dat klopt toch,’ zegt Jan, ‘zo zit ik toch ook in elkaar?’ ‘Helemaal waar Jan, klopt precies! Voor jou, en nog 98% van alle Tukkers…’

 

Willen we dan zo graag ‘belazerd’ worden? Moet ik dan misschien ook maar een nieuwe hype beginnen? Heb ik wel een klinkende naam nodig voor mijn werkwijze. Mindlessness wellicht? Of Kromdenken? Of zou Kafkaiaanse Grobbologie toch meer volgelingen trekken?!…

 

Lieve mensen, alle gekheid op een stokje, moraal van dit verhaal?

 

 

Als het jou, je afdeling of je organisatie in het algemeen goed gaat, dan kun je probleemloos dit soort trends volgen en als bedrijfsuitstapjes beschouwen. Een workshopje hier, een dagje hei daar, prima om je zinnen en je blik even te verzetten. Altijd goed en leuk, maar meer is het niet! Verwacht niet dat er echt iets verandert.

Zijn er werkelijk problemen, is er écht iets aan de hand, loopt het structureel niet goed op jouw afdeling of loop je al (te) lang tegen grenzen aan, zit je écht niet lekker in je vel, dan helpt alleen een goede coach, therapeut of trainer. Hoe kun je deze herkennen? Je kunt het lezen in mijn boek ‘Laat je de kop niet gek maken’ (blz. 146).

 

Blijf je toch liever geloven in gouden bergen die je schijnbaar moeiteloos kan beklimmen? Houd dan wel rekening met steile afgronden…

 

 

Zorgen om je pensioen?

Rituelen, heerlijk! Ritme geeft rust. Zo begin ik bijna ieder weekend met een ontbijtje in mijn stamcafé. Samen met mijn disgenoot bespreken we de actuele problemen in de wereld, en lossen deze kordaat op. Let wel, in de regel zelfs binnen een uur! Akkoord, met erudiete voorkennis uit de colomn ‘Crisis binnenkort voorbij!’ is het oplossen van welke crisis dan ook meestal een fluitje van een cent.

Veel makkelijker in elk geval dan je eigen problemen… Zo maakte mijn disgenoot mij onlangs opmerkzaam op een persoonlijk probleem; ‘Maar Harry, maak je je geen zorgen om je pensioen dan?!’ Met verbaasde blik: ‘Hoezo, ik héb helemaal geen pensioen?!’ Waar ik lichtelijk aan zijn IQ begon te twijfelen, bleek later dit genoegen geheel wederzijds te zijn geweest…

 

Geld, macht en status lijken de meest begerenswaardige attributen voor dit leven als je kijkt naar onze huidige samenleving. En het acteren daarin van de meeste mensen. Maar als er een hiernamaals is, geen van drieën kun je meenemen! Toch? Ik kan me ook niet voorstellen dat, zou het zo zijn, Petrus of één van zijn collega’s je bij de hemelpoort vraagt hoeveel ‘talenten’ je hebt verdiend?! ‘Wat heb je er mee gedaan?’ of bijvoorbeeld ‘Wie heb je er mee geholpen?’ lijkt mij meer in de lijn der verwachting te liggen.

Vanwaar dan dat streven naar méér, dáár, anders? Waarom zijn we niet gewoon tevreden en werken we met de middelen die we aangereikt krijgen. We komen hier hulpeloos en zo vertrekken we ook weer, wat hierna ook zou komen. Zou dát het dan zijn, die hulpeloosheid, de fragiliteit van het leven? Bang dat we ons niet kunnen redden als we oud en gebrekkig zijn? Maar dan zijn er toch ook weer jonge mensen die ons kunnen helpen en voor ons zorgen? Zoals wij voor hen hebben gezorgd?!

 

Mmm, ik moet dit even laten bezinken. En bespreken met mijn disgenoot tijdens het volgende ontbijtje. Ongetwijfeld vinden we een oplossing! Moet lukken. Volgende column.

Het vergeten signaal

Mijn vorige column (https://www.harrygrob.nl/de-witte-man), en dan vooral mijn oproep tot méér discriminatie (vooral van jezelf), schijnt nogal wat tongen losgemaakt te hebben. Toch is het dé weg naar een betere balans en in een tijd van een explosief aantal toenemend burn-outs een noodzakelijk advies. Naast de persoonlijke tragedie die een burn-out omhelst,  is er voor ondernemers ook een enorme financiële schade. Volgens collega Mascha Mooy van Bye Bye Burn-out kost een gemiddelde burn-out ondernemers zelfs meer dan € 120.000,-! Alle reden dus om alert te blijven. Gelukkig circuleren er vele lijstjes met aandachtspunten voor leidinggevenden. Eén signaal echter wordt vaak vergeten:

Géén signaal…

Leidinggevende Jan: ‘Ik noem ze mijn peilstokken, twee van mijn medewerkers. Gouden aanwinst voor ons bedrijf; niets is ze te veel, altijd goedgemutst, waar andere problemen zien, zien zij oplossingen en klanten lopen met hen weg. Als het niet goed gaat, de druk wordt té hoog, komen de klagers als eerste, hoef ik me geen zorgen over te maken. Maar als zij komen, of erger nog, als ik hen niet meer hoor of zie, dan weet ik dat er écht iets aan de hand is en neem ik mijn maatregelen!’

Kortom, geen bericht, geen signaal?  Meestal goed nieuws! Maar, let op uw ‘peilstokken’, uw gouden medewerkers, als u hen niet meer hoort, dan is het oppassen geblazen. Want, áls het dan mis gaat, tja, dan is de schade vaak niet te overzien. Persoonlijk. En financieel.

De Witte Man

Waar in mijn jonge dagen vooral ‘de vieze man’ de maatschappelijke gemoederen danig beroerde, later gelukkig geïdentificeerd door een zekere heer de Bie, is het recent vooral ‘de witte man’ die voor de nodige onrust in onze samenleving zorgt. Er is zelfs een boek over hem geschreven. Het zou allemaal zijn schuld zijn. Je begrijpt, ik was enorm nieuwsgierig, want ik had nog nooit een witte man gezien. Laat staan, dé witte man. “Zal hun opperhoofd wel zijn”, hoor ik mezelf nog denken.

Maar onlangs had ik geluk! Hij zat namelijk in een discussieprogramma op NPO 2 zo werd mij verteld. Een prachtige jongedame, lieve uitstraling overigens, mooie bruine kleur, zwart haar, studente sociologie, had haar buurman geïdentificeerd als ‘de witte man’?! Mijn ogen trilden, de camera zoomde op hem in, ik op ‘t puntje van mijn luie stoel…

Maar, lieve mensen, die man wás helemaal niet wit! Ik zou zeggen, meer beige met wat rozige  pigmentvlekken en zo, en wellicht her en der een wit vlekje, maar ook wel enkele bruine. Maar om ‘m nou wit te noemen? Nee, dan ben je toch echt wel kleurenblind. En hij kreeg de schuld van de slavernij, alle (?!) oorlogen en zélfs van de Spaanse inquisitie? Nou, zelfs een kind kon zien dat hij nog lang geen 500 jaar was!

 

Ik begreep er niets van, vroeger moest je toch minstens VWO hebben als je naar de universiteit wilde. Later bedacht ik me, zou ook kunnen, zou het dát dan zijn, was er wellicht iets mis met haar bril? Nou ja, in elk geval, wat ben ik blij dat ook ik die witte man niet ben! Pfff, je zal ‘m maar zijn! Krijg gewoon met ‘m te doen zeg. Mocht je hem toevallig ergens tegenkomen, zwaar zuchtend onder het C.C.S.S. (Collectieve Calvinistische Schuldgevoel Syndroom), bied ik gratis mijn diensten aan.

Goed, als je me nu wilt excuseren, nu gauw verder met m’n boek. Ik schrijf namelijk een boek over een bruine lesbische vrouw. Ik hoorde uit betrouwbare bron dat zij vermoedelijk verantwoordelijk is voor het uitsterven van de mensheid over enkele millennia, maar ik moet daar nog even op verder studeren. Ik slik natuurlijk niet alles zo maar voor zoete koek, wat denken ze wel niet?!

Maar, wie weet krijg ik ‘te hetter tijd’ toch wel gelijk. Pardon? Nee nee, ‘te zijner tijd’ is ook een vorm van discriminatie zo hoorde ik laatst. Pfff, maar eerst even naar de openbare WC. Chips, ik moet zo nodig, maar welke deur moet ik nou hebben?! Even snel denken, wat voor dag is het vandaag, oh ja, rokjesdag. Oh, dan zal het deze wel zijn… Waarom gilt iedereen nou zo?

 

Welnu, druk baasje als ik ben, verder met mijn research naar discriminatie. Er zou ook nog een Turk zijn (zie je wel, tóch weer een Turk), die volwassenen discrimineert! Even laakbaar als je het mij vraagt. Maar hij schijnt zich zelden te vertonen, durft ie alleen als de dagen korter worden. Tja, dat snap ik. Hij zou een baard hebben en vaak een rode muts dragen. Waarschuw je me even als je ‘m toevallig ziet?

 

Beste lezer, we doen al eeuwen niets anders, met het vingertje wijzen… heeft het iets opgelost? Is er werkelijk iets verandert? Het verleden kunnen we toch niet meer veranderen, de ander evenmin… Jezelf en de toekomst mogelijk nog wel! Moeten we vooral zó doorgaan, veel etiketjes blijven plakken. Vooral op ‘de ander’… en ons gevangen laten houden in het groepsdenken, ‘wij’ en ‘zij’. Verdeel en heers. Wie had dat ook al weer bedacht? Voor de meer intelligentere mensen onder ons die evenzeer als ik snakken naar meer broederschap en menselijkheid in deze wereld, vervolg ik:

 

Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie wordt er nou eens slim in dit land?!

Ik heb er al drie gevonden:

1.     Slogan van een basisschool in mijn buurt:

  • Everyone equal
  • Everyone different
  • Everyone special

2.     Citaat Paul de Blot:  “Niemand wordt als terrorist geboren”.

3.     Citaat Barack Obama:   “No one is born hating another person because of the color of his skin or his background or his religion”.

 

Nu begrijp je vast, hierbij mijn appèl aan een ieder om vóóral te discrimineren, naar hartelust! Van ’t zomer zei zo’n gast (en hij kon het weten, had er immers voor gestudeerd, psychiater of zo), dat het ontkennen dat je discrimineert, juist een kenmerk van discriminatie is…. Dús, doen, discrimineer!

Gymnasten onder ons weten dit al lang; we kunnen niet eens anders! ‘Discriminare’: ‘onderscheiden’. Dat kon je al als baby. Je voelde perfect het verschil tussen een vol buikje of een volle luier en wist ook heel goed hoe je dit kenbaar moest maken bij dat vertrouwde gezicht en die vertrouwde geur. En nog vóór je wist wat halitose betekende, en pas later leerde dat dat bij Tante Bep hoorde, rook je drommels goed dat zij niet je standaard verzorger was. En weer later nam je al die verschillen in kleur, spraak, voortbewegen enzovoorts ook bij anderen waar; “Hey, jij zit in een stoel met wielen”, “Hey, wat heb jij op je neus?” maar je hechtte daar geen waarde oordeel aan.

Als anderen node de intelligentie ontberen om die verschillen in uiterlijk, geloof, leeftijd, sekse of wat dan ook te vertalen in ‘minder of meer kans’, ‘über- of untermensch’, en alles wat daar aan ziekelijke denkbeelden tussen ligt, dan zegt dat iets over hun! Maar als jij het binnen laat komen en het je zo bezig houdt, wat zegt dat dan over jou? Zou Gandhi gelooft hebben dat hij minder was? Of Rosa Parks? Of Mandela?

 

Kortom, discriminatie is positief, een ieder is immers anders en even waardevol en bijzonder. Gelukkig maar, want alleen dan kunnen we van elkaar leren en iets voor elkaar betekenen! Enige vorm van discriminatie die juist niét positief is, is positieve discriminatie. Hiermee impliceer én versterk je ‘het mindere’ van welke (sub-) groep dan ook en bied je een schuilplaats voor ‘die ander’. Dat denk je tenminste. Maar het is een gevangenis! Je zit er niet in, maar hij zit in jou…

We zijn allemaal familie volgens paleontologen en gelijkwaardig. Zodra u dat inziet, vervalt in de regel heel snel de ‘w’.

Spiegeltje spiegeltje aan de wand, wie doet er nou eens aardig in dit land?

Heb jij het lef en de intelligentie (immers, het enige waar je macht over hebt ben jezelf…) naar jezelf te kijken i.p.v. ‘de ander’? Maar hoe je dat dan doet, jezelf discrimineren, onderscheiden?

Slimme vraag! Simpel antwoord! Maar nog even wachten, in het boek dat ik écht schrijf leg ik het je graag uit. Rond de jaarwisseling verschijnt ie, een boek waarin en waarmee ik ook mezelf flink discrimineer. Want, om maar eens met streekgenoot Finkers te spreken, waarom zou ik jou wél discrimineren en mezelf niet?!