Is het niet zweverig dan?!

Als je je nu voorstelt als coach of alternatief therapeut, geen hond die er meer vreemd van opkijkt. Zelfs al doe je iets met ‘Jin en Jan’ of ‘Ko wit de flow uut Almelooo en zooo’…

Maar toen ik circa 17 jaar geleden begon en in het bijzonder bij grote organisaties als het ABP en Shell binnenstapte, was dat geheel anders. Naast dat vele directies nu veelal ervaren hebben dat investeren in personeel rendeert, weten zij inmiddels ook dat, behalve traditionele methodes, een onconventionele werkwijze evenzeer tot uitstekende resultaten kan leiden. Vroeger kreeg ik vaak de vraag of mijn methode zweverig was. Als ik nu die vraag krijg, antwoord ik: “Ik woon  in een molen, loop op klompen met geitenwollensokken, kweek uitsluitend brandnetels in mijn tuin en ben de hele dag zo stoned als een garnaal!” waarbij ik uiteraard mijn talent voor een zogeheten strabismus-face ten tonele voer.

Wellicht is het toch zinvol om hierbij op hoofdlijnen mijn visie te geven op de Oosterse geneeswijzen, waarover bijna 5.000 jaar geleden het eerste boek verscheen, de Nei Ching (the Inner Medicin).

Oosterse geneeswijzen adviseer ik selectief en in de onderstaande situaties:

  1. Preventie van ziekte: voorkomen en gezond blijven voor zover dat in je mogelijkheden en genen ligt. Dat is in feite de oorsprong en het bestaansrecht van de Oosterse geneeswijzen.
  2. Herstel van ziekte: doe Yoga of Tai Ji, neem een Shiatsu massage, beweeg voldoende en eet gezond, helpt allemaal. Uiteraard moet altijd een reguliere arts betrokken blijven. Daarnaast kan een goede therapeut uit de complementaire zorg je zelfhelend vermogen ondersteunen en versterken.
  3. En tenslotte, als ook de medisch specialist tijdens je second opinion zegt dat je nog maar zoveel maanden te leven hebt, tja, stort je dan desgewenst maar op Goeroe X of Wondermethode Y, als het je goed doet en je kan je er je laatste maanden wat prettiger door leven, prima. Hoop doet leven toch, maar hou wel een realistische balans aan tussen hoop en de harde werkelijkheid.

Als er écht iets aan de hand is, dan adviseer ik altijd in de eerste plaats te vertrouwen op de medici in onze ziekenhuizen, al is het maar omdat ik uit mijn praktijkervaring weet dat er veel op geld beluste kwakzalvers rondlopen. Zeker, Dustin Hofman, Michael Jordan, Alan Watts, John Denver, Yehudi Menuhin om er maar eens een paar te noemen, zijn geen van allen dom. Zij hebben alle gewerkt met mijn Chinese leraar in Californië. Echter, in der Beschränkung zeigt sich der Meister.

Ook als coach en therapeut moet ik mijn grens weten. Ik ben geen dokter, evenals mijn collegae! Sommigen menen na een cursus Medische Basiskennis te hebben gevolgd zich overigens wel op het medische vlak te kunnen begeven. Ik ben daar faliekant op tegen. Zoals cliënt Piet bijvoorbeeld, die na de diagnose van een tumor ook hulp in de complementaire zorg zocht:

“Nee hoor, ik voel geen tumor!” “Weet u het zeker?” vroeg hij de therapeut. “Ja hoor, de computer geeft niks aan en ik voel het zelf ook niet”… En terwijl Piet een foto onder diens ‘helderziende’ ogen schuift, alternatief toptalent onder BN-ers, zegt hij: “Nou, dan zal de MRI het wel fout hebben. Wat adviseert u, kruidentherapie of Mindfulness of zo?! en verlaat diens praktijkruimte.

Kortom beste mensen, vertrouw op uw intuïtie, waar u ook hulp zoekt, maar gebruik altijd uw verstand! En leef gezond. Uw emotionele en/of fysieke balans verliezen, dat wilt u niet. De confrontatie met een ingrijpende disbalans heeft maar één voordeel: u heeft dan nog slechts één wens in plaats van duizend-en-één.

Hart werken

Er is niets mis met hart werken als u het maar met een ‘t’ spelt, zoals u in mijn laatste nieuwsbrief kon lezen. Echter, als een mens van zijn of haar hobby zijn werk heeft gemaakt, hoe aantrekkelijk dat ook is, ook dan is het oppassen geblazen.

Zo herinner ik me van enige jaren geleden een intakegesprek van een ‘whizzkid’. Hij was goud waard voor zijn ICT-bedrijf, maar hij was druk. Veel te druk. Hij maakte lange dagen, kreeg zijn werk nooit af en was eigenlijk continu overbelast. Ik vroeg hem wat hij deed om te ontspannen. “Computerspelletjes” flapte hij er uit met een twinkeling in zijn ogen. Ik fronste één van mijn wenkbrauwen, maar zei verder niets. “Ja, maar dat doe ik puur voor de ontspanning. Een paar uurtjes elke avond” voegde hij eraan toe. “Hoe lang zit je elke dag dan achter de computer? 14 Uur of zo? Onlangs nog wel eens een boom gezien? Of je familie?…” Langzaam drong het tot hem door.

Of u nou leiding geeft aan een non-profit instelling of een bedrijf, groot of klein, vraag eens naar de hobby’s van uw medewerkers. Zodra een medewerker uitsluitend het werk als zijn/haar hobby noemt, dan is alertheid geboden. Onbalans ligt dan op de loer en dat gaat vroeger of later uiteindelijk ten koste van het werk!

Als ik u dan nog iets mag wensen voor 2015:  ook u, werk én leef met uw hart, maar zorg wel voor de broodnodige variatie.

Vind je dit niet gênant dan?

De bestuurder van een grote overheidsinstelling komt in het gesprek met mij langzaamaan bij zijn onzekerheid en pijn. “Ik heb alles bereikt in het leven wat ik wil: een top baan, een gelukkig huwelijk, gezonde en fijne kinderen, een plezierig sociaal leven. Vind jij het niet gênant dat ik op mijn 52-ste toch nog met allerlei levensvragen zit?” Mijn antwoord was simpel: “Op je 82-ste op je sterfbed liggen en dan met dit soort vragen worstelen, dat is ….”

Veel mensen die hulp zoeken bij een coach of psycholoog zitten met belangrijke vragen.

  • “Doe ik eigenlijk nog wel wat ik wil?”
  • “Geeft mijn werk mij nog energie?”
  • “Waarom voel ik me minder prettig in mijn relatie de laatste tijd?”
  • “Waarom loopt mijn communicatie met die en die zo stroef?”
  • “Geef ik wel op de goede manier leiding?”

Vrijwel iedere cliënt vraagt zich af of dat wel ‘normaal’ is en twijfelt aan zichzelf. Twijfelen leidt tot zelfreflectie, andere inzichten en biedt nieuwe mogelijkheden. Geen twijfels: het is ‘de dood in de pot’.

Of u nou twijfels heeft over uw relatie, uw werk of wat dan ook, bij een coach in de spiegel kijken komt u ten goede, maar ook uw directe omgeving, privé en professioneel.

Terrasje Boekelo.

Op een heerlijke zomeravond zit ik met een goede vriend op een terras in Boekelo. Op een gegeven moment
stapt een vriendelijk ouder stel van de fiets en gaat aan de tafel naast ons zitten. Mevrouw zegt plotsklaps fier: “We hebben met fietsen een gouden plak gewonnen!” En terwijl ik mezelf nog hoor denken “Goh, wat knap op die leeftijd.” vult ze met een zweempje irritatie aan: “Met de Olympische Spelen!” Oeps, Harry toch!

“Wat is dat toch met ons land?”, vragen mijn vriend en ik zich af. We klagen en zeuren hier wat af, maar er hoeft maar een sportfestijn te zijn, en onmiddellijk is het oranje alom. Tot ver in het buitenland kent men ons als mensen die open en tolerant zijn, die gek zijn op hun kleine landje en tot grote prestaties in staat zijn. Mede dankzij onze geschiedenis.

Maar zodra de festiviteiten voorbij zijn, krijgt de zeur- en klaagcultuur weer de overhand. Waarom kunnen we dat oranjegevoel niet vasthouden? Volgens een hoogleraar van Harvard is Nederland zelfs een voorbeeld voor de wereld! En om dat te beseffen, hoeven we helemaal niet zo ver weg te gaan tijdens onze vakantie. Toch?!

Zou de essentie liggen in de opmerking van mevrouw “We hebben een gouden plak gewonnen!” “We” in plaats van de ik-cultuur? Krijgen de heren Jacobse en van Es dan uiteindelijk toch gelijk: “Samen voor ons eigen” en “Geen gezeik, iedereen rijk?!”

Volgens mij zijn we al rijk, in vele opzichten, beseffen we dat alleen te weinig. Wat zich op dat terrasje afspeelde was een prachtig voorbeeld hoe het ook kan. Er was sprake van saamhorigheid, trots en respect. Zo maar, met onbekenden.

Dat gaf ons allen, ook de student bedrijfskunde die serveerde, een prettig gevoel. Het gevoel er te mogen zijn, het gevoel bij te dragen en er bij te horen. Geeft u de uwen dit gevoel?

  • Uw kinderen?
  • Uw partner?
  • Uw familie?
  • Uw medewerkers?

Even later, na een heerlijk kopje koffie met slagroom, vertrekken onze sportieve 60-plussers richting Enschede en komen er twee nieuwe ‘buren’: Sjouk en Karin. “Wow, wat een stuk” hoor ik mezelf denken.

Tja, een mens kan veel leren, maar sommige reacties blijven natuurlijk gewoon genetisch bepaald…

Crisis binnenkort voorbij

Energiecrisis. Voedselcrisis. Financiële crisis. Klimaatcrisis. Dagelijks trekken toekomstige (?!…) rampen aan ons voorbij. Dan is er weer geld te weinig, water te veel, voedsel te weinig en we slikken het allemaal voor zoete koek. Want, op het Journaal zullen ze het toch wel weten?

Ligt de tijd van zure regen en het ozongat al weer lang achter ons, nu worden we (behalve in koude winters) weer doodgegooid met het broeikaseffect en dat het waterpeil volgens sommige geleerden wel een meter of misschien wel 2 meter zou kunnen stijgen. Oeps, wat een ramp. Ooit een glas water met 5 of 10% crushed ice afgetopt en laten smelten? En, had u een vaatdoekje nodig?

Anderen plagen ons weer met de gedachte dat er te weinig water is. Dagje oceaanzeilen lijkt me het devies. Of te weinig voedsel, Moeder Aarde kan het allemaal niet meer aan. Maar, als er te weinig voedsel is waarom gooien we dan jaarlijks nu al voor 3 miljard mensen voedsel weg?                             Harvard heeft berekend dat de aarde blijvend zelfs 36 miljard mensen zou kunnen voeden, mits we het “sustainable” (biologisch) inrichten en eerlijk delen. Niet dat we daar naar toe moeten, maar er is dus kennelijk meer dan genoeg.

Natuurlijk, met dank aan de I Tjing, geen stijging zonder daling en geen helling waarop geen vlakte volgt, een crisis is niet minder een natuurwet als de zwaartekracht, een natuurlijk selectieproces eens in de zoveel jaren (7 wellicht?). In onze nieuwsbrief van december 2008 schreef ik al over de crisis en het Chinese teken daarvoor: Wee Ji. Afzonderlijke tekens voor ‘gevaar’ en ‘kans’. Zeker, er dreigen gevaren, we moeten de kop er bij houden, maar zou het niet zinvoller en productiever zijn om onze energie in oplossingen te steken? Ik vind persoonlijk van wel, want zo crisismoe als een garnaal. Vindt u dat ook? Dan heb ik nu wel heel goed nieuws voor u; de financiële crisis is binnenkort voorbij!

Fijn hè?! Wat zegt u, hoe ik dat weet? U kunt het niet geloven? Dat vind ik eerlijk gezegd wel een beetje vreemd. U geloofde wel in zure regen, stijging van de zeespiegel en de milieuvriendelijkheid van de Prius om maar eens wat te noemen, en dan wilt u dit niet geloven?!

Ik garandeer u zelfs dat het waar is, mits u meewerkt. U hoeft hiervoor slechts 3 dingen te doen:

  1. dit bericht geloven
  2. dit geloof uitspreken, uitstralen en wat dies meer zij
  3. deze column retweeten, linked-innen e.d.

Zodra het gros van de bevolking dit bericht gelooft, is de crisis voorbij. Bovendien, het is toch veel leuker om je op kansen te richten dan op problemen? Zou al die doemdenkerij de mensheid nou werkelijk helpen denkt u? En, in tegenstelling tot wat velen denken, die rampscenario’s en doemdenkerij is echt niet alleen van onze tijd. Dus laten we leren van de inzichten van vroeger, van Maarten Luther bijvoorbeeld die zei: “Al wist ik dat morgen de wereld verging, dan nóg plantte ik vandaag een boom!”

Weet u wat ik denk? Volgens mij heeft hij zijn ‘boom’ echt geplant… Doet u ook mee?! Grote boom, klein boompje, 1 of 10, kastanje of eik, het maakt niet uit; een bos is toch ook zo mooi door zijn verscheidenheid? Kortom, laten we samen gaan planten en zaaien! Zeiken kan toch altijd nog? En kan u dat écht niet laten, dan wel graag tegen uw eigen boom…

1 Miljoen burn-outs?!

Frankrijk raakt zo langzamerhand vol met Nederlands campings. De populairste beroepskeuze lijkt nu dan ook coach te zijn. Toen ik echter in 1997 met de slogan ‘Mens in Balans – Organisatie in Balans‘ begon, stuitte ik toch wel op ‘enige’ scepsis. Overtuigd echter van het feit dat de balans van elke individuele medewerker uiteindelijk zijn weerslag krijgt op de balans van de organisatie in zijn geheel, startte ik even gepassioneerd als naïef.

Maar mede door de innovatieve manier van trainen en coachen, besloot ik destijds om vooral bedrijven in het westen te benaderen. Zo koester ik warme herinneringen aan mijn leerzame en inspirerende ontmoetingen met (HR-) managers van organisaties als PGGM, Shell, ABP en het CBS.

Zoals bijvoorbeeld die ontmoeting in 2002 met de manager van het CBS. Trots vertede hij me dat integriteit het hoogste goed was binnen het CBS en dat een verzoek van een voormalig kabinet om cijfers positief te kleuren vriendelijk doch categorisch van de hand werd gewezen. En dat terwijl ik me, omgeven door grootsheids, verontschuldig voor mijn (overigens bewuste) keuze om ‘klein’ te blijven voegde hij me toe: “Ja maar Harry, het gaat me niet om de tent, maar om de vent!” Maar hoe trots ik ook ben op Nederland en onze geweldige bedrijven, ook het beste peerd van stal struikelt wel eens. Onlangs gaf het CBS aan dat er jaarlijks 1 miljoen mensen getroffen wordt door een burn-out?! Kan vast niet zo goed rekenen als zij, maar “wie moet dan straks het werk nog doen?” zo vroeg ik mij verbaasd af.

Uiteraard hangt het er van af hoe je een burn-out definieert, maar dit lijkt me toch wel overdreven. Zelf vind ik 9 van de 10 diagnoses “burn-out” die ik hier krijg, absoluut geen burn-out! Een echte burn-out is m.i. zeldzaam; door jarenlang (soms zelf decennia) en stelselmatig misbruik en overbelasting van je systeem, zowel geestelijk als fysiek volkomen opgebrand zijn. Ook fysiek is er dan al schade ontstaan, waarvoor ik samenwerk met ’s lands beste medische specialisten. Herstel kost dan veel zorg en tijd. In de overige gevallen is er meer sprake van overspannenheid, waarbij de cliënt klachten heeft van energetische of depressieve aard, meestal een combinatie ervan. Ook dan is zorg geboden, maar herstel kost gewoon minder.

Je schijnt zelfs ook nog een “ernstige burn-out” te kunnen krijgen?! Dus nog erger dan totaal opgebrand zijn? Snapt u het nog? Ik niet meer, word er gewoon een beetje depri van… Kortom, niets mis met erkenning van je klachten en ze adequaat adresseren, maar zullen we nu weer hart gaan werken aan onze prachtige samenleving en elkaar daarin waarderen en ondersteunen?! Lijkt me veel gezonder!

Ziekteverzuim

Herinnert u zich nog mijn oproep tot een paradigm shift in de vorige nieuwsbrief? “Een andere manier van denken over gezondheid en balans, over gezond werken en leven?” Dan zal het u vast niet ontgaan zijn dat ziekteverzuim momenteel big business is. Legio BV’s worden uit de grond gestampt en de ene voormalige schroothandelaar verdient nog meer dan de andere… Maar, is de focus op ziekte(verzuim) wel zo gezond?!

Wat je aandacht geeft, versterkt, toch?! En alle repressie en SWAT-voetbal-wedstrijd-ziekteverzuim-controle- teams ten spijt, TNO onderzoek heeft uitgewezen
dat medewerkers veel harder werken voor relaxte en betrokken managers. Zou u toch zelf ook doen?!

Bovendien, een bedrijf draait niet om ziekteverzuim, maar om het produceren van iets moois, iets nuttigs,
 iets bijzonders en dat, uiteraard, maatschappelijk verantwoord in de markt zetten. Daarbij stuur je op resultaat, niet op aanwezigheid. Immers, dan kunnen we Het Nieuwe Werken wel helemaal vergeten. Bovendien, ik weet niet of u ze kent, maar ik ken medewerkers die, bv. door een handicap, slechts 80 of 90% van de tijd aanwezig zijn, maar aanzienlijk meer bijdragen dan de zogeheten ‘presenteïsten’, medewerkers die druk heen en weer lopen, in de regel met enkele ordners in hun oksel, maar waarvan eigenlijk niemand weet wat ze nu precies doen…

‘Ziekteverzuim’, ‘ziektekosten’, ‘ziekenhuizen’, archaïsche termen uit een tijd die maar geen oplossing weet te vinden, waar problemen en premies exponentieel blijven stijgen. Vroeg of laat zullen we er aan moeten,

die paradigm shift.
Kortom, het zal u niet verbazen dat het mij bijzonder verheugt nu blijkt dat HGT steeds meer en steeds beter samenwerkt met onze vaste klanten en strategische partners, waaronder innovatieve arbodiensten. Organisaties met visie en de focus op een gezonde balans tussen mens en organisatie! Daarnaast zijn we verbonden met de beste professionals op elk gebied in heel Nederland, dus welke personeelsproblematiek u ook treft, verslavingen, conflicten,
WIA-problematiek of wat dan
ook, even Harry bellen…

Etiketjes

 

Mijn cliënt, een manager, komt binnen in mijn kantoor. Ze maakt een nerveuze indruk en ze steekt direct van wal. Ze vertelt dat ze vele trajecten heeft doorlopen om zich beter te voelen, maar geen enkele had een blijvend resultaat. De laatste coach had haar, na onderzoek, gemeld dat ze ‘drie saboteurs’ in zich heeft. “Of ik ook met saboteurs werkte? “, vroeg ze mij. “Ik werk liever met jou!” was mijn antwoord.

Het luchtte haar zichtbaar op en ook met haar ging
het, na Weer in Balans, aanzienlijk beter. Maar waarom, zo vraag ik mij af, hebben wij, en dan met name professionals in de, mentale, gezondheidszorg zo’n behoefte om mensen een etiket op te plakken? “Zie je wel, ik ben geen aansteller” is dan vaak de opluchting, maar bestaat dan niet het gevaar dat mensen in hun etiketje gaan geloven, in plaats van in genezing dan wel verbetering? De schrikbarende toename van de kosten van de gezondheidszorg is al decennia gaande en er lijkt geen eind aan te komen. Aldous Huxley zei ooit:

“De geneeskunde heeft zo’n enorme ontwikkeling doorgemaakt, dat er nagenoeg geen gezond mens meer is!”
Wordt het niet tijd voor een ‘paradigm shift’?
Een andere manier van denken over gezondheid en balans, over gezond werken en leven?

Het aantal gevallen van een burn-out is in 2009 met 48,5% (!) gestegen volgens het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Miljoenen houden het dagelijkse leven slechts vol met gebruik van antidepressiva, pijnstillers of andere middelen. Een teken aan de wand wat we niet langer mógen en kúnnen negeren! We leven in een overspannen samenleving, in een ratrace waar geen ontsnapping uit mogelijk lijkt. Waar zijn we mee bezig?! Dat het anders kan weten de organisaties waarvoor mijn cursisten werken: zij bewijzen het namelijk, iedere dag!

“Dankbaar?”

Een manager, 55-plus: heel druk en altijd onderweg. Als hij zo door buffelt, denk ik, dat de huidige discussie over de AOW-leeftijd voor hem niet zo heel veel meer uitmaakt …

De betreffende man blijkt al een hartaanval overleefd te hebben en ook heeft hij een vorm van kanker, met hulp van de dokter, met succes bestreden. Ik vraag hem: “Goh, ben je je lichaam niet dankbaar dat…”. Nog vóór ik “dat je genezen bent” kan uitbrengen, antwoordt hij geïrriteerd: “Dankbaar?! Mijn lichaam heeft mij in de steek gelaten”!

Ik laat een stilte vallen, kijk hem diep in zijn ogen en vraag hem vervolgens: “Heeft jouw lichaam jou in de steek gelaten of heb jij je lichaam in de steek gelaten”?

Hoe komt het toch dat wij mensen zoveel ‘for granted’ nemen? Waarom waarderen wij bijvoorbeeld onze gezondheid pas op het moment dat we die kwijtraken, terwijl we wéten dat ‘voorkomen beter is dan genezen’?

In de maatschappij is op dit moment een verschuiving zichtbaar van curatieve naar preventieve zorg. Maar nog niet elke organisatie lijkt dat in te zien. Tijdens een presentatie voor een Industriële Kring bleek mij dat weer eens.

Eén van de aanwezige directeuren, het type Bourgondiër en één van ‘niet zeur’n, maar werk’n’, vond preventie maar grote onzin. Daarop vroeg ik hem: “in wat voor auto rijdt u”? Geheel naar verwachting, antwoordde hij: “een Mercedes”. Daarna vroeg ik hem met welke veiligheidsopties, airbags e.d., zijn auto zoal is uitgerust en wat de kosten daarvan waren. “Weet ik veel, tien mille”?! was zijn antwoord. Ik vroeg hem daarop: “maar waarom geeft u zo’n bedrag

wel daaraan uit? U hoopt toch, neem ik aan, dat u die voorzieningen ook nooit hoeft te gebruiken?”..

“Vraagt een HR-manager”

Onlangs hield ik een presentatie. Het was een presentatie zoals ik al vele malen heb gehouden. Geen van de aanwezigen twijfelt aan mijn inzet voor de mensen die mij worden toevertrouwd, maar altijd krijg ik weer de vraag: “Hoe kom je toch tot die resultaten?! Mevrouw had toch een fobie? Meneer had toch een burn-out en zou de WIA in?” Tja, hoe ik dat bereik, dat wordt ook tijdens mijn presentaties niet altijd even duidelijk.

Soms houd ik een presentatie in ons prachtige klooster voor 100 mensen, soms 10, nu voor circa 25 HR-managers voor regionale organisaties. Het was een informatieve en levendige bijeenkomst met nadien een borrel in onze kantoren en een etentje bij onze buurman. Wat een heerlijk beroep!

Na circa een half uur, stelde de HR-directeur van een grote overheidsinstelling een interessante vraag. Hij verzuchtte: “Harry, ik word zo moe van al die psychische klachten, het neemt maar toe en toe, ligt dat dan allemaal aan ons, ligt dat altijd aan het werk?”

De groep viel stil. Ik liet de stilte even aan en liep naar hem toe en zei: “Klaas, het ligt nóóit aan het werk!” Ik overdrijf, weet het, maar in Nederland kan het, met onze wetgeving, zelden of nooit aan het werk liggen. “Echter,” zo vervolgde ik “soms kiezen mensen het verkeerde werk…” en daar ligt dan vaak de oorzaak van hun problemen.

Gemiddeld zoekt 1 op de 5 werknemers die bij ons voor een traject komen na afloop ander werk. Passend werk. Werk waarin ze hun talenten en passie wél kwijt kunnen. Het is aan u als werkgever de keuze hoe belangrijk u het vindt dat uw medewerkers goed in hun vel zitten en daarnaar actief te handelen.

Het effect daarvan?
Tja, dat zien we dagelijks om ons heen, toch?!