Machteloos gevoel?

 

Over de kracht van íeder mens

 

‘Niets kan geïsoleerd bestaan’ zo leerde Krishnamurti ons. We zijn allemaal van elkaar en de aarde afhankelijk. Dankbaarheid naar de aarde en elkaar is de simpelste weg naar geluk. Niet alleen de aarde maar ook veel mensen delen de vruchten van hun talent zo maar met ons. Delen is dé scheppingswet, alles wordt voortdurend gedeeld.

Door de vruchten van jouw specifieke talenten te delen, creëer je geluk voor hen. En daarmee voor jezelf. In een tijd waarin we lijken te worden overspoeld met de ene ‘crisis’ na de andere, voelt menigeen zich machteloos. Vooral zij die naar liefde en broederschap verlangen, een betere wereld, voor iedereen.

 

Machteloos? Niets is minder waar! Onderschat nooit het effect van jouw manier van leven, jouw voorbeeld! Elke blik, élke actie, élk woord, élk gebaar, élke euro die je uitgeeft, kan verdeling brengen. Of verbinding. Angst of Liefde. Aan jou de keuze.

 

Nu we de zoveelste crisis achter ons hebben, is het wellicht goed om er iets van te leren. Hoe je daar ook over denkt, één ding is zeker, een universele waarheid; angst is een slechte raadgever. In mijn column ‘Consistent incontinent’  kon je lezen hoe het je blik vernauwt, je ‘dom’ maakt en daarmee je keuzemogelijkheden beperkt. Elke dictator*, van welke signatuur dan ook, weet dit. Als er voortdurend angst gezaaid wordt, en je slechts één kant van welk onderwerp dan ook hoort, dan is het oppassen geblazen en tijd om zélf waar te nemen en te onderzoeken. ‘The only thing we have to fear, is fear itself’, Franklin D. Roosevelt.

 

 

 

 

Kortom, wát er ook gebeurt, wees verstandig, maar niet bang. Leef jóuw leven, zo gezond mogelijk (bijvoorbeeld a.d.h.v. mijn boek) maar bovenal in liefde. Deel het goede, én focus je op het goede. Je oogst immers wat je zaait…

 

 

 

*) De hoopgevende visie van socioloog Martha Beck over hun én onze toekomst: https://youtu.be/Xz9IJMMWP4M

Wat zoek jij: je gelijk of je geluk?

 

Wat is voor jou belangrijker: je gelijk of je geluk?

 

Inmiddels een bekend citaat van Jezus van Nazareth. Wellicht helpt onderstaand verhaal jou de goede keuze te maken.

 

Sessiekaart 01

 

 

 

De kikker

Ingezonden brief van een bezorgde jonge moeder

 

Als je een kikker in kokend water gooit – springt ie van schrik uit de pan. Maar als je een kikker in koud water zet en dat langzaam aan de kook brengt, zal hij sterven.

Ik voel me momenteel als die tweede kikker.

De glijdende schaal waarop we ons collectief al bijna 2 jaar begeven, waar elke keer de grens van wat we ‘normaal’ vinden opschuift, er zijn dagen als deze waarop ik bang ben voor dat kokende water. Niet eens alleen voor mezelf, maar voor mijn dochter. Haar toekomst.

 

Soms wou ik dat ik het nog geloofde, dat het allemaal echt alleen maar over de pandemie gaat, we gewoon allemaal even geprikt moeten worden en dan alles weer normaal wordt. Maar langzamerhand is er bijna niemand meer in mijn omgeving die dat nog gelooft – en ik helaas ook niet meer. Of moet ik zeggen gelukkig? Want we kunnen nú nog uit die pan met heet water springen. Toch?

Een QR maatschappij. Voorwaardelijke vrijheid. Vaccinatie schade. Uitsluiting. Discriminatie. Polarisatie. Oneindig hoge staatsschulden. Macht van pharmaceutische industrie. Polarisatie. Maatschappelijke ontwrichting. Diepe depressies. De lijst is pijnlijk en bijna onuitputtelijk. En niémand van ons die dit 2 jaar geleden voor mogelijk had gehouden. 2 jaar… Kun je nagaan waar we over 10 jaar staan als er niet nu iets verandert.

En elke keer als iemand dan kritiek levert op het beleid, krijg je onvermijdelijk de vraag “ja maar, jij wilt toch ook niet dat de zorg overbelast wordt en er mensen overlijden?”

Nee. Natuurlijk niet! Misschien ben ik juist daarom wel kritisch. Want als ‘t over gezondheid zou gaan, zou er geïnvesteerd worden in gezondheid. Niet in IT. Niet in handhaving. Niet in God knows what – behálve in de zorg. Om te huilen vind ik het.

 

 

Het moment dat ik echt definitief m’n geloof in onze politiek verloor, was ergens aan t begin van de herfst. Het QR paspoort stond op de rol, en de oppositie in Den Haag steunde de het beleid MITS afgesproken werd dat ‘t paspoort alleen voor Corona gerelateerde zaken gebruikt zou worden. De coalitie weigerde. Ofwel: ‘t paspoort waarvan we denken dat ‘t ons helpt uit deze pandemie te komen, is niks meer dan een vrijbrief richting controle en voorwaardelijke vrijheid in brede zin. En dat was niet  de laatste enge wetswijziging die er doorheen geduwd is door onze vrienden in Den Haag. While we were sleeping.

Ik ben opgegroeid in vrijheid. Heb ik niet voor hoeven vechten. Niks voor hoeven doen. Ik kreeg het gewoon toen ik geboren werd. Wat een luxe. Maar dat is natuurlijk niet altijd zo geweest. Onze vrijheid is zwaar bevochten. Door alle generaties voor ons. Ga ik dan nu werkelijk gewoon toe kijken hoe we allemaal als kikkers in dat water blijven dobberen, onze vrijheid ons ontnomen wordt en onze kinderen op zullen groeien in een wereld waar vrijheid geen geboorterecht meer is?

 

Ik wil die pan uit!  Wie volgt?

 

Maria

 

 

 

 

 

 

 

IFOH Award 2012

Op 12-12-12 was Harry Grob-Trainingen ‘gastvrouw’ (mijn onvolprezen secretaresse Feya had de organisatie op zich genomen) van de uitreiking van de prestigieuze IFOH Award 2012. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een organisatie in de Benelux die zich voor haar medewerkers op een bijzondere manier inzet op het gebied van zingeving en gezond werken. Dit jaar kreeg voor het eerst een Twents bedrijf de prijs: Euromouldings uit Nijverdal. Een hele eer, en, naar mijn mening, geheel terecht.

De jury roemt Martin Essink, managing director van Euromouldings, omdat hij leiding geeft aan zijn bedrijf met open en eerlijk samenwerken als focus. Met de nodige Twentse bescheidenheid nam hij de prijs op 12 december in ontvangst. Hij vroeg zich af of hij de prijs wel terecht kreeg: “nog lang niet alles gaat perfect”! Gelukkig bleek perfectionisme geen selectiecriterium te zijn van de jury onder voorzitterschap van dr. Maurice de Valk van Intermedic. Van cruciaal belang voor de toekenning van de prijs aan Martin Essink is zijn intentie om in zijn bedrijf op een andere manier samen te werken dan volgens het ‘money driven’ Angelsaksische model. Volgens het IFOH is de enige oplossing voor de wereldwijde crisis het teruggaan naar waarden als eenvoud, waardering voor elkaar, verantwoorde producten op de markt brengen en eerlijk delen. Bestuurslid drs. Dirk van Mulligen van Coherent Solutions hield dan ook een pleidooi voor terugkeer naar kleinschaligheid, waartoe  Eckart Wintzen, maatschappelijk verantwoord ondernemer avant la lettre, ons in de tachtiger jaren al opriep.

Martin Essink, rasechte Tukker, vond de eer bijna te veel. Hij roemde naast zijn medewerkers, “we doen het allemaal samen”, in het bijzonder zijn persoonlijke coach,  Sietske Biesmeijer van People-Coaching. “Zij heeft veel voor me betekend”. Ook noemde hij Martine Weghorst en Anja Hartgerink van Metalektro Personeelsdiensten. Zij hebben het proces naar beter en anders leren samenwerken begeleid. Met ongenoegen, Tukkers eigen, vonden zijn medewerkers “al dat geproat niet nodig, gewoon wark’n!” en zagen zij immens tegen de verandering op. Echter, uiteindelijk heeft het een ieder veel gebracht. De medewerkers hebben elkaar veel beter leren kennen en de nieuwe samenwerking werpt zijn vruchten af in het resultaat van Euromouldings. Het zal niemand verbazen.

Hét bewijs voor mij dat Martin Essink en Euromouldings de prijs echt toekomt, bleek bij zijn dankwoord: hij gaf de prijs door aan de vrouwen van Metalektro. Chapeau!

Na het officiële deel hebben we gezellig geborreld en inspirerende ontmoetingen en gesprekken gehad in onze kantoren. Een bijeenkomst als deze, een ontmoeting van ‘kindred spirits’, is voor mij het zoveelste bewijs dat de wereld, en ook onze bedrijven/organisaties aan het veranderen zijn. Van money naar value driven, van hebzucht naar delen.

Dat we dát nog te veel nalaten, is m.i. de enige werkelijke crisis. Gandhi zei het al: “This world offers enough for everybody’s need, but not for greed”. Harvard University heeft inmiddels wetenschappelijk aangetoond dat er voldoende voedsel, water, energie etc. is voor een ieder mits we onze instituties ‘sustainable’ inrichten en eerlijker delen.

Heel toepasselijk eindigde Maurice de Valk de bijeenkomst met de woorden van prof. Paul de Chauvigny de Blot van Nyenrode: “We komen hier met niets en we vertrekken met niets. Het vergaren van bezit kan dus niet de zin van het leven zijn”.

Depressie Gala

Op Blue Monday, en de dag van het Depressie Gala, graag je aandacht voor de tips van Marilyn Tam (www.marilyntam.com) tegen S.A.D.:

Seven simple ways to beat the Seasonal Affective Disorder (najaarsdepressie). You can find it in the Huffington Post and on her site: www.marilyntam.com. For short in Dutch:

  • Ga naar buiten
  • Beweeg
  • Spendeer tijd met mensen van wie je houdt
  • Eet gezonder, o.a. meer groente en fruit
  • Wees dankbaar
  • Help anderen
  • Lichttherapie

Werkstress kost geld

Het is weer vaak in het nieuws: de kosten ten gevolge van stress op het werk (TNO). ‘Oude wijn in nieuwe zakken’, we weten dat allemaal toch al lang? Kennelijk wachten we nog steeds te lang met het aanpakken van de oorzaak. Hoe kan het anders in uw organisatie? Meer succes én gelukkige medewerkers?

Balans of Balanceren!

Paar tips hieronder:

  • Niets mis met ‘hart werken’, zolang je het maar met een ‘T’ schrijft
  • Is je werk je hobby? Super! Echter, als het je énige hobby is, dan zit je in de gevarenzone! Je zinnen regelmatig verzetten en voldoende tijd voor ontspanning zijn ‘a must’!
  • Zet uw glaasje water NIET op het bureau, maar op de vensterbank. U rekt zich meerdere keren per uur heerlijk uit (bureaustoelen zijn daar heel geschikt voor), staat op, tuurt even uit het raam en neemt een slokje water. Waarom? Ik leg het u graag uit in mijn trainingen. Probeer het maar eens een week en ervaar al vast het verschil!

Beste tip: ga in gesprek met Harry en vraagt u af waarom u, of uw medewerkers, zo veel stress heeft dan wel niet lekker in uw vel zit. De oorzaak aanpakken is het enige wat op termijn blijvend succes genereert!

Zo heurt het eigenlijk!

We maken minder ‘schone’ zaken mee, maar vaak ook hele mooie. Een klant van ons, Cogas uit Almelo, stuurt een medewerker naar Weer in Balans, terwijl de betrokken medewerker  halverwege het trainingstraject met pensioen gaat. De HR-manager zei daarover het volgende: “De beste man heeft ruim 40 jaar keihard voor ons gewerkt, nauwelijks verzuim gehad ondanks dat hij veel in zijn leven heeft meegemaakt. We willen graag dat hij gelukkig zijn pensioen in gaat. Ook dat beschouwen we als onze verantwoordelijkheid”. Zo heurt het eigenlijk!

Wetenschappelijk onderzoek effecten HGT®

Het onderzoek, in het bijzonder gericht op het meten van de lange termijn effecten van ons werk, is inmiddels afgerond. Het gehele rapport ligt ter inzage in ons kantoor. Echter, de belangrijkste resultaten wil ik u niet onthouden. In tachtig procent van de onderzochte casussen bleek ook op lange termijn het effect van onze behandeling nog steeds ‘aanmerkelijk’ te zijn. Bij de overige twintig procent bleek dat ‘enig effect’ te zijn. Gelet op de over het algemeen complexe casuïstiek waarmee wij te maken hebben  (‘als niets heeft gewerkt, is er altijd Harry nog als laatste redmiddel’), is het een resultaat waar wij heel tevreden mee zijn, om niet te zeggen trots op zijn.

Eén van de reacties in het rapport: “Ik ga niet naar Harry, ik ben toch niet gek?”, aldus een cliënte wiens manager Harry Grob Trainingen aanbeveelt. Schoorvoetend gaat ze uiteindelijk akkoord en komt, in ‘afgesloten’ toestand, bij ons binnen. Na een half uurtje voelt ze zich steeds meer op haar gemak en opent zich: “En precies op dat moment stelt Harry mij een vraag die me recht in mijn hart raakt!” vertelt ze de onderzoeker. Enkele maanden later, na de training Weer in Balans gevolgd te hebben, zegt ze: “Ik ben mijn werkgever eeuwig dankbaar dat ik naar Harry Grob mocht!”.

Wat maakt een organisatie ziek?

De vraag

“Wat maakt volgens jou een organisatie ziek”? is een vraag die mij regelmatig door het management van organisaties wordt gesteld. Als ik deze vraag aan de managers in mijn trainingen stel, die alle betrekking hebben op gezondheidsmanagement en balans, hoor ik meestal iets in de trant van “haantjesgedrag”, “geen wij-gevoel”, “desinteresse” of “gebrek aan visie”. Alvorens ik op deze vraag inhoudelijk inga, wil ik eerst eens met u kijken naar de vraagstelling. Daarna zal u duidelijk zijn dat ik deze vraag in de regel omkeer. Daarnaast neem ik de vrijheid om een organisatie te vergelijken met andere organismes, zoals ons eigen lichaam. Voor elk organisme gelden immers dezelfde natuurwetten; als het als geheel goed en succesvol wil functioneren, dan is het van groot belang dat alle onderdelen goed functioneren. Een ketting is immers zo sterk als de zwakste schakel.

Terug naar de vraag: Wat maakt een organisatie ziek? Voorafgaand aan beantwoording van deze vraag is het van belang om na te gaan wat een zieke organisatie is. Is een organisatie ziek die verlies draait of één die een hoog ziekteverzuim heeft? Is dan een organisatie met een laag ziekteverzuim per definitie gezond? Zeker is dat de resultaten in organisaties met een laag verzuim beter zijn dan vergelijkbare organisaties met een hoog verzuim. Er is dus een relatie. Maar, er is meer!

Als HR-managers of directies mij vragen wat mijn training kost, dan antwoord ik in de regel: “Vindt u het niet belangrijker om te weten wat het oplevert?” En dan stel ik meteen de wedervraag: “Wat wilt u dat mijn training oplevert”? Het is maar waarop het management de focus legt. En daar zit ‘m nu juist hét probleem!

Het ‘nieuwe realisme’

Vaak ligt de focus van mensen op het negatieve. Het journaal is daarvan een goed voorbeeld. U hoeft daar maar naar te kijken. De ene na de andere ramp voor mens, dier en natuur trekt aan het oog voorbij. Ik vraag me wel eens af hoe het mogelijk is dat ik veel meer het positieve in de wereld om me heen zie. Waarom slagen zo vele anderen daar niet in? Waarom zie ik iets wat vele anderen niet zien? Kennelijk kies ik daar bewust voor. Verder in dit artikel zal u duidelijk worden waarom ik daar voor kies.

Zo kan ik me nog goed herinneren dat op de lagere school de onderwijzer met rood ‘2 fout’ aangaf als ik acht van de tien woordjes van het dictee goed had. Nooit ‘8 goed’ in groen geschreven.

En, wat en enige andere lessen later, als ik 3 of 4 kilometer per uur te hard rijd, ontvang ik met enige regelmaat een brief met acceptgiro uit Leeuwarden. Maar als ik een jaar lang geen envelop heb gekregen, krijg ik geen bedankbrief, of, laat staan, wat geld terug.

Het probleem met deze focus op het negatieve, die veelal begint in ieders jeugd, is dat het niet bij ons mensen past; wij zijn positief geaard, geprogrammeerd zeg maar. Als ik u bijvoorbeeld zou verbieden om de komende tien tellen aan een roze olifantje te denken, dan zijn er maar weinigen die Dombo niet voor de geest krijgen, zo vermoed ik.

En hierin zit de essentie van het antwoord op de vraag. Waar wilt u, als mens, als organisatie, als maatschappij, de focus op leggen? Op het positieve of het ‘nieuwe realisme’ (voorheen beter bekend als ‘pessimisme’)? Op de oplossing of het probleem? Op uw ziekte of op genezing c.q. verbetering? Op het ‘Oorlogs-Bestrijdings-Fonds’ (Herman van Veen) of verbreiding van vrede en menselijkheid? Of, wat uw organisatie betreft, op (ziekte-)verzuim of op gezondheidsmanagement, samen een mooi product maken en maatschappelijke verantwoord ondernemen?

Balans of balanceren?

Maar hoe krijgen we onszelf, onze organisaties en uiteindelijk onze maatschappij weer in balans? Mede dankzij de reclame van Achmea, kennen velen onder u vast hét teken voor de natuurlijke balans, de Tai Ji (in het Westen beter bekend als yin-yang). Dit model, deze filosofie werd bijna 5000 jaar geleden beschreven in het eerste boek van de mensheid, de Nei Ching (‘The Inner Medicin’, 2633 v.C.).

In deze klassieker vraagt de Gele Keizer Hwang Ti aan zijn lijfarts Chi Po: “Hoe is het toch mogelijk dat vroeger (!) mensen op hun honderdste nog sterk en vitaal waren en tegenwoordig zijn ze al zwak en krachteloos op hun vijftigste”? Waarop Chi Po geantwoord zou hebben: “Dat komt omdat de mensen vroeger in harmonie met de natuur en daardoor met zichzelf leefden in tegenstelling tot nu”.

Er is overigens geen enkele aanwijzing dat de Gele Keizer, die een eeuw geregeerd zou hebben in het derde millenium voor Christus, de wijsheid zelf had ‘uitgevonden’. De geschriften suggereren dat hij ze via overlevering heeft vergaard.

Waar ik als trainer getuig, in woorden en oefeningen, van dergelijke oude filosofieën, werd me in het verleden vaak gevraagd: “Maar is dat niet zweverig dan”?  In de jaren negentig heb ik me, als pionier in balanstrainingen, vaak moeten verdedigen en even zo vaak heb ik verteld dat het om een natuurwet gaat, die voor ons als mens én voor onze organisaties geldt. Het énige model dat naar mijn mening, en op basis van mijn ervaring, altijd klopt en op ieder organisme van toepassing is.

Dit oermodel, deze filosofie wint gelukkig aan kracht. Zelfs op universiteiten zoals Nijenrode vindt deze filosofie erkenning. Professor Paul de Chauvigny de Blot draagt deze filosofie uit en doceert daarin. Ik heb het genoegen gehad om hem enkele keren te horen spreken.

Had ik vóóraf, een jonge ambitieuze professor verwacht, ik trof een inspirerende, aimabele man die, op destijds 83-jarige leeftijd, zijn toehoorders onnavolgbaar wist te boeien en, naar ik begrijp, nog steeds.

Gezond succes

Paul de Blot tekende een Tai Ji teken op de flip-over en hij vertelde bij die gelegenheid dat yin-yang een basisprincipe is van de schepping: spanning-ontspanning, lichaam-geest, dag-nacht, werk-privé enzovoorts. Dit principe geldt voor de mens, maar evenzeer voor een organisatie. En hij geeft als voorbeeld aan de yin-kant het woord ‘visie’ en aan de yang-kant het woord ‘daadkracht’. Paul gaf vervolgens treffende voorbeelden van bedrijven die wél visie hadden, maar geen daadkracht, en andersom, en hoe deze vroeg of laat allen teloorgingen. En hij gaf voorbeelden van organisaties die beide hadden, zoals een bedrijf als Boeing. De directie van Boeing die in een tijd waarin een vliegtuig ook getalsmatig nog gewoon als een vliegende bus kon worden beschouwd, droomde van vliegtuigen die wel 200 tot 300 mensen konden vervoeren…  Aanvankelijk viel ook hen niets dan hoon ten deel. Zo kunt u in plaats van ‘visie’ en ‘daadkracht’ ook een mensfiguur (uw personeel) aan de ene kant plaatsen en een euroteken in de andere. Gaat uw aandacht uitsluitend naar één kant, dan resulteert dat uiteindelijk in disbalans. Dat geldt overigens voor beide extremiteiten!

Als ik dan met u terugga naar de vraag ‘wat maakt een organisatie ziek’, wat denkt u dan nu? Is dit naar uw mening de juiste vraag, de goede focus? Is ziekte, of in geval van het bedrijfsleven ziekteverzuim überhaupt een goede focus? Ik ken medewerkers die, bijvoorbeeld vanwege hun handicap, gemiddeld 80% van de tijd aanwezig zijn en aanmerkelijk meer presteren dan medewerkers die 99% aanwezig zijn. U kent die laatste vast wel, de zogeheten ‘presenteïsten’, die zijn in bijna elke organisatie vertegenwoordigd. Zij rennen heen en weer, dikwijls met enige ordners onder hun oksel, ogen heel druk, maar niemand weet eigenlijk precies wat ze doen, wat ze bijdragen.

Anders kijken, anders denken

Jeff Gaspersz, ook verbonden aan Nijenrode, en o.a. bekend van de boeken ‘Anders denken, nieuwe kansen’ en ‘Anders kijken, nieuwe kansen’, noemt dit het ‘Reticular Activating System’, het zogeheten R.A.S. Ik geef u een voorbeeld. Toen mijn zoon een bepaalde auto had gekocht, zag hij ‘plotsklaps’ overal die auto rijden. Daarvoor ‘zag’ hij ze nooit. Maar wat heeft het met de vraag ‘wat maakt een organisatie ziek’ te maken, hoor ik u zich afvragen. Wel, alles!

Misschien vinden we het antwoord wel in het Engelse gezegde: Energy flows, where intention goes’. En waar ‘intention’ staat kan u ook ‘attention’ lezen. Gandhi zei het zo: “De mens wordt vaak wat hij denkt”.

Focust u zich op ziekte of op genezing? Op gebreken of op talenten? Op (ziekte-)verzuim, dus improductiviteit, of op de productiviteit die wel wordt geleverd? Op controle en negativiteit of op het schouderklopje en de inzet van de medewerkers?

En waar richt de organisatie zijn aandacht op? Op de 5 tot 10% ‘posimisten’, de loyale en bevlogen medewerkers, of op die 5 à 10% ‘zeurders’, medewerkers waar u het toch nóóit goed voor zult kunnen doen. Bedenk dan goed dat de overige 80 à 90% ook graag aandacht wil en feilloos aanvoelt hoe ze dat in uw organisatie het gemakkelijkst krijgt…

De juiste vraag zou in mijn optiek dus eigenlijk moeten zijn: wat maakt een organisatie gezond?

Wij scheppen namelijk wat we denken. Zo vertelde een cursiste mij aan het eind van een training: “Het is allemaal waar hoor Harry, die Oosterse theorieën zijn prachtig. Maar laten we eerlijk zijn, op je 54-ste krijg je toch geen baan meer”. Ik keek haar aan en antwoordde: “Tja, als jij dat denkt…”  Enkele maanden later belde ze me enthousiast: “Harry, ik heb een baan!”

Welnu, voor ik met u verder ga kijken naar deze vraag, is het belangrijk om het woord ‘gezond’ of gezondheid te definiëren. Want kennelijk verstaat bijna iedere deskundige en leek daar iets anders onder. Voor de één is gezonde voeding van cruciaal belang (en zelfs daar verschillen de meningen zeer over!), voor een ander is het weer ‘meer bewegen’ en weer een ander wijst op het belang van een gezonde ademhaling.

Hier zou ik graag een pas op de plaats willen maken! Het zou ons mensen sieren te weten en getuigen, dat we niet alles weten… Het mysterie van het leven, dus ook van gezondheid en balans, zal nooit geheel gekend worden. Zeker niet vanuit ons huidige bewustzijn! Of zoals Einstein ooit zei: “Problemen kunnen nooit worden opgelost vanuit hetzelfde bewustzijn als van waar ze uit zijn ontstaan!” Vandaar dat ik in mijn trainingen in dialoog ga met de managers, ook waar het mijn gedachte over gezondheid, samengevat in de Septem Essentia, betreft. Teneinde er alle beter van te worden. Zeker, voeding, bewegen, ademhaling e.d. zijn van groot en interactief belang, maar ook hier is er, zoals in elk goed draaiend wiel, een ‘naaf’ die van het grootste belang is. Wellicht is die het best samen te vatten met het woord “meaningfullness” uit de “Sense of Coherence” van Aäron Antonovsky, die in zijn boek ‘Unraveling the mystery of health’ een bijzonder waardevolle poging daartoe doet.

Ieder mens wil zijn, wil bijdragen, ook elk kind bijvoorbeeld. Het ergste is uitgesloten en genegeerd te worden. Liever ben je dan een ‘slecht’ iemand dan niemand…

Het wonder

Wat maakt uw organisatie gezond? Wat maakt een mens gezond?

Elk organisme, een lichaam, maar ook een organisatie, bestaat bij de gratie van het ongelooflijke en niet of nauwelijks door ons te bevatten samenspel van alle afzonderlijke onderdelen. Deepak Chopra verhaalt prachtig over onze ‘onderdelen’, onze cellen.

In een gezond lichaam, een gezond organisme, doet iedere cel (immuuncel, bloedcel, hersencel enzovoorts) precies dat waar het goed in is, produceert en voedt de andere cellen, zijn ‘collega’s’ en wordt op zijn beurt door de andere cellen gevoed. Precies hierin schuilt het geheim van een gezond organisme, zo ook van een gezonde organisatie.

Echter, als ‘cellen’, op welk nivo dan ook, alleen aan zichzelf of uitsluitend aan de eigen soort denken, en ongebreideld willen groeien ten koste van de rest, tja, dan begint het gedonder… en komt, even later, de oncoloog in beeld. In ons lichaam, maar evenzeer in een organisatie (waar deze dan overigens in de regel ‘organisatie-adviseur’ wordt genoemd). En inmiddels, zo getuige de opkomst van meester Blondie, ook in onze maatschappij. Er is slechts één voedingsbodem aan te wijzen: angst. En dat angst een slechte raadgever is zou toch genoegzaam bekend moeten zijn zou je denken?!

Een organisatie functioneert dus als elk ander organisme. Het bestuur kan wel van alles willen, maar als medewerkers niet willen meewerken, dan komt de organisatie niet of nauwelijks vooruit. En dat ‘niet willen’ hangt mijns inziens vrijwel altijd samen met een gebrek aan respect en waardering, aan wij-gevoel en aan het ontbreken van een open communicatiecultuur. Daarbij is naar mijn overtuiging in een organisatie géén mens belangrijker dan een ander, er zijn hoogstens verschillen in verantwoordelijkheden, en mag niemand zich laten voorstaan op zijn of haar talenten. Talenten zijn immers verkregen. Het enige waarop een mens zich kan laten voorstaan is het gebruik daarvan. Ten bate van de gehele organisatie en daarmee ten bate van jezelf.

Een andere, een positieve focus is dus vereist. Het is mijns inziens de enige oplossing naar een gezonde(re) organisatie! Dat geldt voor uw eigen ‘mechanisme’ en voor ‘het mechanisme’ waar u voor werkt.

Bewust zijn of worden?

Het zal u niet verbazen dat ik pleit voor een omwenteling van ons individuele en collectieve bewustzijn. Daar hoeven we overigens niet ver voor te zoeken. Onze ‘horror vacui’ ten spijt, alles wat u nodig heeft is moed, stilte en afstand. In het Oosten noemt men dat ‘Embrace Tiger, Return Mountain’. Wij noemen dat doorgaans ‘zelfreflectie’ en ‘helicopterview’. Maar dan wel ééntje die erg hoog kan vliegen en tijd- en cultuuroverschrijdend kan waarnemen!

Drie inzichten ten behoeve van deze omwenteling, en daarmee ten gunste van uw persoonlijke balans en die van uw organisatie, wil ik graag met u delen:

  1. Eén én uniek

Een organisatie functioneert zo goed als zijn zwakste schakel. Indien men een gezonde, succesvolle organisatie wenst, dan ontkomen we niet aan het creëren van een gezonde balans tussen het organisatiebelang en het belang van iedere medewerker. Wij-gevoel én respect voor de uniciteit van elke medewerker. Een gezonde organisatie faciliteert dus deze eigenheid; pas als elke man en vrouw op de juiste plek werkt en met plezier zijn of haar specifieke talenten kan inzetten ten bate van het, kennelijke en door de bedrijfscultuur gedragen gezamenlijk belang, kun je naar mijn mening van een gezonde organisatie spreken. Slechts een dergelijk beleid kan uiteindelijk leiden tot een aanmerkelijk en duurzaam lager verzuim en dus meer zakelijk succes.

  1. Walk your talk

‘Walk your talk’ is één van de belangrijkste levensprincipes: congruentie en authenticiteit. Mensen, dus ook medewerkers, hebben altijd feilloos in de gaten of de ander onwaarachtig is of als de ander zichzelf is en vanuit zijn of haar eigenheid opereert. Het succes van een organisatie staat of valt met de mate waarin het management aan dit criterium voldoet. Ik ken diverse uitmuntende managers die dit principe naleven. Succesvolle managers!

  1. Denk met hoofd en hart

De menselijke ontwikkeling gaat vaak in een golfbeweging. Waar het gedachtegoed van een Verlichtingsfilosoof als Descartes* nu regelmatig wordt bestreden (bijvoorbeeld in ‘De vergissing van Descartes’ van Antonio Damasio), wordt gemakshalve vaak vergeten dat het vóór zijn tijd een nogal een occulte samenleving was. Werd je als vrouw bijvoorbeeld te licht bevonden, kreeg je het al gauw erg warm… Dus, om een einde te maken aan deze gruwelijkheden, was het goed én noodzakelijk dat de wetenschap op kwam, daadwerkelijk een verlichting. Echter, na 3, 4 eeuwen wetenschap zijn we aan haar grenzen gekomen. Zelfs een specialist, dr. Houtsmuller, beweert nu: “Specialisten weten steeds meer van steeds minder, totdat we straks alles van niets weten”… Vervolgens ontstond er laat in de twintigste eeuw een tegenstroming, bekend als New Age. Loesje daarover: “U zweeft, wij vangen…” . Waar het echter in de Oosterse wijsheidstradities om gaat is dat u beide gebruikt! Uw verstand én uw gevoel. Wellicht is dit wel te omschrijven als intuïtie?!  Diezelfde golfbeweging zien we ook in onze organisaties en het gezondheids-management daarvan. Kreeg bij verzuim een werknemer enkele decennia geleden eerst na een paar maanden een belangstellend telefoontje, nu worden medewerkers vaak terstond en veelvuldig benaderd. Verzuim lijkt uit den boze, zelfs bij traumatische gebeurtenissen. Medewerkers met een zware griep worden dagelijks gebeld omdat “dat in het protocol staat”. Het hoofd regeert over het hart en we moeten weer leren ‘denken’ met hoofd én hart, de verbinding leggen tussen verstand en gevoel. Dit ‘gezonde verstand’, zou weer moeten prevaleren ten bate van de medewerker, ten bate van de managers en daarmee ten bate van de gehele organisatie.

Wat maakt een organisatie gezond?  Wat maakt ons gezond?

Een gezonde organisatie begint bij ‘gezond’ management en gezonde mensen, en dat is mijns inziens dus heel wat meer dan wat gezonde snacks en het uitschakelen van de roltrappen. Mensen die zichzélf zijn en zichzelf durven te delen, waarbij het eigenbelang in balans is met het belang van de organisatie. Kahlil Gibran zei het zo: “Wie van zijn bezit iets weggeeft, geeft slechts weinig; echt geven is: zichzelf geven.” Durft u zichzelf te zijn? En te geven?

En een managementteam dat ‘walk your talk’ hoog in het vaandel draagt, en de eigenheid van mensen faciliteert en verbindt.

Daar begint balans, in uzelf én in uw organisatie.

© Harry Grob – 2011

Balanstrainer

*) Descartes, die overigens zo’n 25 jaar in Nederland heeft gewoond, wist zelf ook wel dat de holistische gedachte klopt, de verbinding van lichaam en geest. Hij kon het destijds, met de toen beschikbare instrumenten en methodes, alleen wetenschappelijk niet aantonen, “dus wetenschappelijk is het niet zo”.

The essence of organisational health

Het valt bij ons nog wel mee, meneer Grob, het ziekteverzuim is inmiddels gezakt naar zo’n 5 à 6 procent” antwoordt de HR manager van een grote organisatie. “Kunt u ook wel een hand of een voet missen!” reageer ik. “Zal ook slechts zo’n 5 à 6 procent van úw organisme zijn”.

Daarmee eindigt dan ook zo’n beetje mijn kennis van organisaties. Groot respect, maar ik weet niets van al die prachtige management theorieën. ‘Frontline philosophy’, ‘verandermanagement’, ‘competentiemanagement’ enz. enz. Denk als gezondheidstrainer wel iets te weten over gezond zijn. Hoewel, hoe meer ik dénk te weten, des te meer… respect in elk geval, dat zeker! Steeds meer ‘awe’ voor ons ongelooflijk intelligente systeem, ons eigen lichaam en geest.

Wat heb je aan al die miljoenen Piet, als je piesen moet en je kan het niet?!” ‘Onze’ Toon Hermans verwoordde het als geen ander. Maar hoe komt het toch dat de menselijke geest de status quo doorgaans zo ‘for granted’ neemt. Onze partner. Onze kinderen. Onze vrienden. Onze relaties. Onze gezondheid.

Zal nooit vergeten hoe mijn vader, in een poging mijn verwendheid te reduceren, één van mijn schoenveters uit mijn schoenen trok en me zo naar school stuurde. “Ik zal je leren dat je zelfs blij kunt zijn met een schoenveter!” Dédain glimlachte ik hem toe. Maar wat was ik blij toen ik hem bij thuiskomst weer terug kreeg!

Wat heb je aan één vinger of één teen? Kneus hem maar eens! Onmiddellijk zul je beseffen dat het geheel meer is dan de som der delen.

Maar hoe snel gaan we vervolgens van 1000 naar 1 wens? Van gezond naar minder. Zodra we haar  verliezen! Toch?! En wat doen we dan allemaal wel niet om onze gezondheid weer terug te krijgen, en waarom?! Shoppen, dat is duidelijk, shoppen! Want als deze samenleving één credo heeft, dan is het toch wel dat al het goede buìten ons ligt en het gras van de buurman altijd groener is.

Dus massaal verslingeren we ons aan het ene dieet na het andere, van de komkommerkuur in de biopillen, tunen we onze mind en liften we het gezicht, om maar ’s wat te noemen. “What’s next?” denk ik wel eens “ass-energizing?

Alle gekheid op een stokje beste mensen, maar daar ligt het volgens mij niet. Maar waar dan wel?!

Zeker is in elk geval wel, dat ik persoonlijk de wijsheid vooral in de I.C.T.-hoek zoek: (India – China – Tibet en Twente…); de wijzen komen immers toch uit het oosten? Let u ook even op het streepje tussen China en Tibet?!

Maar wat is dan wijsheid in het geval van gezond zijn? Moet je eerst alles weten vóór je gezond kunt zijn? Misschien kunnen we dan de les leren die een mier in het oude China al lang geleden leerde:

‘Eindelijk, na weken, maanden hard werken, had hij ’s een dagje vrij. Wist eerst niet wat hij daarmee aan moest, maar is uiteindelijk maar een eindje gaan wandelen. Vermoeid vleidde hij zich na een poosje tegen een grashalm, om een tijdje later gewekt te worden door een wel heel bijzonder ritmisch geluid. Toen hij zijn ogen open deed, kwam er een duizendpoot voorbij.

Onze mier raakte al gauw gebiologeerd door die prachtige, golvende manier van voortbewegen. Toen hij met de duizendpoot in gesprek kwam, sprak hij dan ook prompt zijn bewondering uit voor diens manier van voortbewegen: “Fantastisch meneer Duizendpoot, werkelijk fantastisch hoe u loopt, maar hoe doet u dat toch? Welke poot zet u bijv. nu het eerst?

Het verhaal wil dat de duizendpoot nooit meer heeft gelopen…’

Of, zoals een fenomenaal psycholoog ooit tegen me zei: “Iedereen stottert! Maar zolang je het zelf niet weet, is er niks aan de hand!” Hij bedoelde dat als je gaat nadenken over de enorme complexiteit van ons spraakvermogen, je als vanzelf gaat stotteren, maar zolang je dat niet doet, gaat het goed. Vertrouwen dus.

Is dat dan misschien het antwoord?! Rijmt in elk geval niet op ‘for granted’!

Maar ja, overtuigd als ik ben van het holistische gedachtegoed, de eenheid van lichaam en geest,  (zoals onlangs weer eens treffend beschreven door de Amerikaanse neuroloog Damasio in zijn boek ‘De vergissing van Descartes’), gebruik ik regelmatig een oosterse bewegingsleer in mijn trainingen. En van vertrouwen is dán meestal niet onmiddelijk sprake. Veel vaker van scepsis. Vooral toen die ene keer, dat energiebedrijf in Groningen.

Herinner me als de dag van vandaag dat ik een paar van die rasechte Greuningers in mijn training had. Prachtig volk, dat wel. Maar aan het eind van de tweede (wekelijkse) sessie moest ik hun wél over de brug zien te krijgen.

Dus, hèt geheim van mijn gezondheidsconcept maar vast onthuld. Terwijl ze allen bij de deur stonden, klaar voor vertrek, memoreerde ik hen nog even de leer van Koning Yao:

Dames en heren, vergeet niet wat koning Yao heeft gezegd hè!” “Koning Wie?” luidde het in koor. “Koning Yao, je weet wel, die van 2333 voor Christus: Loat oe de kop nie gek mak’n!” Vrij vertaald, dat wel natuurlijk…

©  Harry Grob – 2006    (zie ook: www.ifoh.nl)