The essence of organisational health

Het valt bij ons nog wel mee, meneer Grob, het ziekteverzuim is inmiddels gezakt naar zo’n 5 à 6 procent” antwoordt de HR manager van een grote organisatie. “Kunt u ook wel een hand of een voet missen!” reageer ik. “Zal ook slechts zo’n 5 à 6 procent van úw organisme zijn”.

Daarmee eindigt dan ook zo’n beetje mijn kennis van organisaties. Groot respect, maar ik weet niets van al die prachtige management theorieën. ‘Frontline philosophy’, ‘verandermanagement’, ‘competentiemanagement’ enz. enz. Denk als gezondheidstrainer wel iets te weten over gezond zijn. Hoewel, hoe meer ik dénk te weten, des te meer… respect in elk geval, dat zeker! Steeds meer ‘awe’ voor ons ongelooflijk intelligente systeem, ons eigen lichaam en geest.

Wat heb je aan al die miljoenen Piet, als je piesen moet en je kan het niet?!” ‘Onze’ Toon Hermans verwoordde het als geen ander. Maar hoe komt het toch dat de menselijke geest de status quo doorgaans zo ‘for granted’ neemt. Onze partner. Onze kinderen. Onze vrienden. Onze relaties. Onze gezondheid.

Zal nooit vergeten hoe mijn vader, in een poging mijn verwendheid te reduceren, één van mijn schoenveters uit mijn schoenen trok en me zo naar school stuurde. “Ik zal je leren dat je zelfs blij kunt zijn met een schoenveter!” Dédain glimlachte ik hem toe. Maar wat was ik blij toen ik hem bij thuiskomst weer terug kreeg!

Wat heb je aan één vinger of één teen? Kneus hem maar eens! Onmiddellijk zul je beseffen dat het geheel meer is dan de som der delen.

Maar hoe snel gaan we vervolgens van 1000 naar 1 wens? Van gezond naar minder. Zodra we haar  verliezen! Toch?! En wat doen we dan allemaal wel niet om onze gezondheid weer terug te krijgen, en waarom?! Shoppen, dat is duidelijk, shoppen! Want als deze samenleving één credo heeft, dan is het toch wel dat al het goede buìten ons ligt en het gras van de buurman altijd groener is.

Dus massaal verslingeren we ons aan het ene dieet na het andere, van de komkommerkuur in de biopillen, tunen we onze mind en liften we het gezicht, om maar ’s wat te noemen. “What’s next?” denk ik wel eens “ass-energizing?

Alle gekheid op een stokje beste mensen, maar daar ligt het volgens mij niet. Maar waar dan wel?!

Zeker is in elk geval wel, dat ik persoonlijk de wijsheid vooral in de I.C.T.-hoek zoek: (India – China – Tibet en Twente…); de wijzen komen immers toch uit het oosten? Let u ook even op het streepje tussen China en Tibet?!

Maar wat is dan wijsheid in het geval van gezond zijn? Moet je eerst alles weten vóór je gezond kunt zijn? Misschien kunnen we dan de les leren die een mier in het oude China al lang geleden leerde:

‘Eindelijk, na weken, maanden hard werken, had hij ’s een dagje vrij. Wist eerst niet wat hij daarmee aan moest, maar is uiteindelijk maar een eindje gaan wandelen. Vermoeid vleidde hij zich na een poosje tegen een grashalm, om een tijdje later gewekt te worden door een wel heel bijzonder ritmisch geluid. Toen hij zijn ogen open deed, kwam er een duizendpoot voorbij.

Onze mier raakte al gauw gebiologeerd door die prachtige, golvende manier van voortbewegen. Toen hij met de duizendpoot in gesprek kwam, sprak hij dan ook prompt zijn bewondering uit voor diens manier van voortbewegen: “Fantastisch meneer Duizendpoot, werkelijk fantastisch hoe u loopt, maar hoe doet u dat toch? Welke poot zet u bijv. nu het eerst?

Het verhaal wil dat de duizendpoot nooit meer heeft gelopen…’

Of, zoals een fenomenaal psycholoog ooit tegen me zei: “Iedereen stottert! Maar zolang je het zelf niet weet, is er niks aan de hand!” Hij bedoelde dat als je gaat nadenken over de enorme complexiteit van ons spraakvermogen, je als vanzelf gaat stotteren, maar zolang je dat niet doet, gaat het goed. Vertrouwen dus.

Is dat dan misschien het antwoord?! Rijmt in elk geval niet op ‘for granted’!

Maar ja, overtuigd als ik ben van het holistische gedachtegoed, de eenheid van lichaam en geest,  (zoals onlangs weer eens treffend beschreven door de Amerikaanse neuroloog Damasio in zijn boek ‘De vergissing van Descartes’), gebruik ik regelmatig een oosterse bewegingsleer in mijn trainingen. En van vertrouwen is dán meestal niet onmiddelijk sprake. Veel vaker van scepsis. Vooral toen die ene keer, dat energiebedrijf in Groningen.

Herinner me als de dag van vandaag dat ik een paar van die rasechte Greuningers in mijn training had. Prachtig volk, dat wel. Maar aan het eind van de tweede (wekelijkse) sessie moest ik hun wél over de brug zien te krijgen.

Dus, hèt geheim van mijn gezondheidsconcept maar vast onthuld. Terwijl ze allen bij de deur stonden, klaar voor vertrek, memoreerde ik hen nog even de leer van Koning Yao:

Dames en heren, vergeet niet wat koning Yao heeft gezegd hè!” “Koning Wie?” luidde het in koor. “Koning Yao, je weet wel, die van 2333 voor Christus: Loat oe de kop nie gek mak’n!” Vrij vertaald, dat wel natuurlijk…

©  Harry Grob – 2006    (zie ook: www.ifoh.nl)